vrijdag 22 augustus 2014

tour 128



15 mei 2014

dag 17.1


Waar komt die hoofdpijn vandaan waarmee ik om half zeven wakker word (na ook al om drie en om vijf uur even wakker te zijn geweest)? Ik leef toch gezond? Tonnen buitenlucht en geen gevaarlijke producten in mijn wijn want geen wijn? Ik rits de voorhang van mijn tent open, nog net op tijd om de volle maan nog even boven de westelijke kim te zien balanceren.


Ik ontbijt op het plein voor het Palais de Justice en sla de mannen van de groendienst gade die bezig zijn met een plantsoentje te arrangeren met diverse plantjes. Vervolgens ga ik in het Café du Théâtre aan de overkant van de straat een koffie drinken. Terwijl William van Télé Matin zijn flauwe grappen verkoopt op het grote scherm, lees ik wat in de Libération van vandaag. ’t Gaat in de boekenbijlage over de brieven van de jonge Beckett, en ik stel vast dat ik begin te hongeren naar geestelijk voedsel. Landschappen en een tijd van huis en het gewone doen weg zijn, dat kan allemaal best geestverruimend zijn, maar ’t is toch ook, op een bijzondere manier, een beetje vernauwend, eng en, jawel, saai. Toch na verloop van tijd en ik denk dat die tijd waarover ik het heb nu toch wel stilaan verlopen is. Ik begin zeer nadrukkelijk naar het noorden te fietsen. Ik bedoel: naar huis, dat is nu het doel – en dat is nieuw in deze reis.

Tijdens mijn ontbijt bedacht ik dat ik nog precies wist waar ik de saucisson waarvan ik gisteren het laatste stukje opat had gekocht (Aha, toute une bande de jeunes filles!) en het geitenkaasje dat ik vandaag afwerk (op het zangfestijn naast het Canal du Midi). Vreemd dat ik dat zo precies onthoud, terwijl ik andere dingen zo vlug vergeet – bijvoorbeeld dat ik het hierover al eerder heb gehad.