woensdag 20 januari 2010

mijn woordenboek 241

AGGREGATIE

Toen ik mijn universitaire studie afrondde, bestond de aggregatie nog niet in haar huidige vorm. Toen kon je nog met één of twee vakjes en een stageles of drie, een formaliteit dus, je bevoegdheid om te onderwijzen verwerven. Nu bestaat, als ik goed ben geïnformeerd, de aggregatie uit een volledig lesjaar, met meerdere vakken en een groot aantal af te leggen stage-uren met alle mogelijke verslagen en de hele administratieve rompslomp die er bij komt kijken. Daarmee wordt meteen impliciet gesuggereerd dat al wie zich vroeger zonder al die heisa aan het lesgeven begaf, er eigenlijk niets van kon terechtbrengen.

Ik ben daar uiteraard resoluut tegen. De aggregatie genaamde onderwijsregeling is voor mij slechts een van de vele vormen van regulitis waaraan ons onderwijs tegenwoordig ten onder gaat, en niet alleen het onderwijs maar alle instellingen en voorzieningen waar menselijkheid en spontane kwaliteiten zwaarder horen door te wegen dan de vaardigheid om op de juiste manier en met het juiste potlood de juiste formulieren in te vullen en deze op het juiste tijdstip aan de juiste instanties te bezorgen.

En dan maar hopen dat die instanties nog weten wie jij bent en waarmee je hen nu weer lastig valt.

Ik hoor dat steeds meer waardevolle onderwijskrachten uit het onderwijs stappen, of wensen te stappen, omdat ze die hele administratie niet zien zitten.

Ik hoor dat mensen die al dertig jaar en meer bewezen hebben dat ze werkelijk, in de ‘oude zin van het woord’, meester zijn, nu op de vingers worden getikt omdat ze niet met het juiste potlood, op die en die manier geslepen, op het juiste papier, enzovoort…

Ikzelf heb die aggregatie niet doorlopen, ook niet in haar toenmalige vorm. Daardoor beschikte ik nimmer over de bevoegdheid om te onderwijzen en ik heb daar wel eens spijt van gehad. Zeker toen ik, door professionele omstandigheden en de – als steeds – voornamelijk door het toeval gestuurde loop der dingen daartoe gedreven werd. Niet in het officiële onderwijssysteem, want dat kon dus niet, maar in een parallel circuit. Toen bleek immers dat ik het kon, meer nog, dat ik daar uitermate geschikt voor was en het bijzonder graag deed en nog altijd graag doe. Geaggregeerd of niet.

Afschaffen, die handel. Dus. Afschaffen, alles wat tot onnodige verdubbelingen, plichtplegingen, administratieve doekjes voor het bloeden, schijnmanoeuvres en zakkenvullerij leidt. Afschaffen het gesystematiseerde gebrek aan vertrouwen in het feit dat wie echt talent heeft wel zal uitvinden hoe hij het moet doen, en afschaffen het systeem dat aan wie dat talent niet heeft (maar wel het juiste potlood enzovoort…) de mogelijkheid biedt om een beroep uit te oefenen dat hij beter niet zou uitoefenen. Want dat is de indruk die wel eens zou kunnen ontstaan: dat het onderwijs wordt bevolkt door bureaucraten en niet door enthousiaste leerkrachten die eraan zijn begonnen uit roeping.