Hoewel het filmpje al van YouTube is verwijderd, kun je het op het internet nog altijd bekijken op nieuwssites, bijvoorbeeld die van de VRT. Een 57-jarige collegeleraar krijgt het na een uit de hand gelopen sneeuwballengevecht aan de stok met een leerling. Hij slaat de jongen in het aangezicht. ‘Zijn hand schoot uit,’ zouden sommigen vergoelijkend zeggen. Hoe het komt dat de man zijn zelfbeheersing verloor, heeft de moedige maker en publicist van dit filmpje niet duidelijk gemaakt – en we vernemen het ook niet in het televisiejournaal waarin dit faits divers het tot item heeft geschopt. De directeur van de school komt sussend aan het woord, een leraar getuigt dat het voortdurend gefilmd worden stress veroorzaakt, er wordt gezegd dat de ouders géén klacht zullen indienen – maar dat is voor de eindredacteur van het journaal allemaal geen reden, blijkbaar, om het filmpje niet te tonen. Integendeel, de slag – die, gezien de dikke wanten die de man draagt, meer heeft van een aai dan van een boks – krijgen we tot drie keer toe te zien. Het kan ook vier keer zijn geweest.
Het publiek maken van dit soort laster zou strafbaar moeten worden gemaakt, en als het dat al is, dan zou het ook effectief moeten worden bestraft. De kerel die het filmpje op het internet plaatste, zou moeten worden bestraft. De VRT zou moeten gestraft worden. Zeker ook omdat zij het filmpje ook na het verwijderen van YouTube op haar website laat staan.
Ik walg van dit soort toestanden. We hebben voortdurend de mond vol van privacy en zo, en we lijken onszelf daarbij altijd erg belangrijk te vinden. Maar als iemands leven wordt verwoest door deze moderne versie van de schandpaal – waar deze leraar wellicht zeer ten onrechte aan wordt vastgebonden –, dan kunnen we er niet genoeg van krijgen. We bekijken het één keer, twee keer, drie keer en misschien nog wel een vierde keer en we heulen mee met de meute.
De journalist die het VRT-item van offscreencommentaar voorzag, had nog een aardige witz in petto. Hij stelde olijk dat de leraar na het incident ‘voorlopig aan de slag blijft’. Ook dat soort wansmakelijkheden zou strafbaar moeten worden gesteld. Blijkbaar heeft men ook op dat niveau – we spreken toch van journalistiek voor de openbare omroep – geen oog meer voor de morele draagwijdte van dat soort taaldemagogie. Of, erger nog, men maalt er niet meer om, dat perfide ironie de ‘objectieve’ verslaggeving kleurt en op die manier de vermenging van informatie en amusement tot norm helpt verheffen.
Wie goed het filmpje bekijkt, hoort hoe de ‘geslagen’ vijftienjarige de aanwezigheid van getuigen als argument gebruikt om zijn leraar te intimideren. Hij wijst ook naar de ‘cameraman’. Het is een veelzeggend gebaar. Het verraadt minstens dat hij zich bewust is van de aanwezigheid van een camera. Het is mogelijk genoeg om duidelijk te maken dat het hele incident is uitgelokt.
Wij moeten dat laatste niet uitsluiten. Ik hoop dat ze dat daar op de VRT ook eens beginnen te doen.