vrijdag 30 november 2007

Arnon Grunberg, Tirza


071122, 071127, 071129 en 071130 – Een tweede lezing is altijd goed. Toch als het om goede boeken gaat. Want die blijken altijd diepere lagen te bevatten dan deze je bij een eerste lezing hebt ontgonnen. Een tweede lectuur (zo kort mogelijk na de eerste) is derhalve meteen ook een goede kwaliteitstest. Waar je aanvankelijk misschien nog twijfelde, zal een boek, gesteld dat het kwaliteiten heeft, deze bij een tweede lezing zeker tonen. De beste boeken verdragen ook een derde, vierde, n-de lezing. De allerbeste kun je voortdurend herlezen.

Tirza ontgoochelt niet bij een tweede lectuur. Integendeel. Eigenlijk blijkt pas dan hoe fraai deze roman is opgebouwd. Grunberg toont zich een meester in het quasi achteloos laten rondslingeren van schijnbaar banale maar bij nader inzicht cruciale elementen. Je hebt er geen erg in, maar het is pas wanneer je weet hoe belangrijk die begrippen zijn (en dat kan alleen als je al eens tot het einde hebt doorgelezen), dat je ziet dat ze er niet toevallig staan.

Het opvallendste voorbeeld is het motief van de alleenstaande boom in de tuin. Bij een eerste lezing heb je pas laat in het boek door hoe belangrijk dit motief is. Maar als je het boek een tweede keer leest, merk je dat die alleenstaande boom al heel vroeg in het boek voorkomt, lang voor de ontknoping waarin hij een rol zal spelen – en dat hij opvallend vaak wordt opgevoerd, vaak ook op plaatsen waar dat helemaal niet ‘nodig’ is, waar hij niet méér dan een willekeurig item in het decor lijkt. De herlezer merkt dan hoe de bijklank van dit boommotief, de emotionele lading ervan, evolueert van onschuldig over schijnbaar onschuldig naar benauwend, akelig en uiteindelijk ronduit negatief en huiveringwekkend.

Al meteen op de eerste bladzijde wordt het motief van de boom geïntroduceerd. Op het eind van de derde alinea gaat het over ‘de motorzaag waarmee hij op zondagen in de lente en herfst de appelboom snoeit’.

De allereerste alinea besluit al met ‘Niet te veel druk zetten, dat is het geheim.’ Het gaat over de bereiding van sushi maar de herlezer beseft dat Grunberg méér dan alleen maar een culinair advies in gedachten heeft. Voor de bereiding van sushi moet in rauw vlees worden gesneden, namelijk. En van in rauw vlees snijden is al meteen in de allereerste zin van die eerste alinea sprake, de allereerste alinea van het boek: ‘Jörgen Hofmeester staat in de keuken en snijdt tonijn voor het feest.’

Dat is de ultieme test, ook uit te voeren door wie geen tijd of zin heeft om het boek meteen aan een volledige tweede lectuur te onderwerpen: herlees gewoon de eerste drie bladzijden. Bij goede romans zul je vaak merken dat daarin als in een notendop alles al aanwezig is, en dat de rest van de roman, of hij nu twee-, drie- of vierhonderd bladzijden lang is, in zekere zin bestaat uit het uitpakken van die dop.