vrijdag 2 november 2007

Dag 64 vVH&C

071021 - Vreemd, hoe zo’n dagboek werkt. Léautaud, Warren, Gerits. Steeds niet helemaal bevredigend, dat rare mengsel van literaire onvrede en nieuwsgierigheid naar het (klein)menselijke. De vertrouwdheid op de duur met een stem. In zijn dagboek-tegen-de-ziekte-en-het-verlaten-zijn 365 scheert Gerits zeker geen hoge toppen. Soms is het regelrecht gezeur. De eindredacteur heeft overbodige herhalingen laten staan. Er valt, behalve in het letterlijke citeren van gedichten, slechts af en toe iets poëtisch te bekennen in dit boek. Maar toch kleeft het je aan, klampt het zich aan je vast. Je hecht je aan die man, wilt weten hoe het hem vergaat. Op de een of andere manier, in dat lusteloze, prozaïsche, maar ook in het hardnekkige en desolate, vormen deze dagboekbladen inderdaad, zoals de tekst op het achterplat het stelt, een ‘kroniek van deze tijd’. Een man alleen die zich overeind probeert te houden met teksten, die in de kiosk om de hoek tussen de Turkse winkel en de Afghaanse kapper in afwisselend De Morgen en De Standaard koopt, en die enkel op zijn werk mensen ziet of als hij ze uitnodigt voor een etentje. En die moet bedelen om een technieker omdat hij zelf zijn wasmachine niet aan de praat krijgt.