Mijn grootmoeders huis, in een buitenwijk van Birmingham, stond van de weg af, achter een heg van geelgevlekte laurierbomen. Het was van donkerrode baksteen en had hoge schoorstenen en dofgroen geschilderde puntgevels. In de tuin, tussen bloedkleurige rozen, vernam ik dat mijn vader, die incidentele bezoeker in donkerblauw en goud, wéér niet mijn banaan had meegebracht uit het land waar de zwarte mensen woonden.
Bruce Chatwin, in Susannah Clapp, Met Chatwin, 57