zaterdag 8 juli 2023

Ilja Leonard Pfeijffer, Alkibiades (2/3)

notitie 391


De historische roman Alkibiades vertelt het leven van de historische figuur met die naam en handelt over de Peloponnesische Oorlog waarin hij een belangrijke rol speelde. Wie daar belangstelling voor heeft, zal zeker zijn hartje kunnen ophalen want Ilja Leonard Pfeijffer, zoals bekend niet vies van een beetje ambitie, steekt de Historiae, waarin de voormalige legeraanvoerder en historiograaf Thucydides hetzelfde onderwerp al eens eerder uitvoerig heeft behandeld, naar de kroon. Overigens laat Pfeijffer zijn Alkibiades in hoofdstuk 11 van boek X bij Thoukydides (Thucydides) op de koffie gaan (uiteraard enkel spreekwoordelijk), om er van gedachten te wisselen over diens verslaggeving van de Peloponnesische oorlog (650 vv). (Deze ontmoeting, overigens, ‘is niet in de bronnen geattesteerd, maar desalniettemin waarschijnlijk historisch’ (‘Bronnen’, 891).)

Als volslagen ondeskundige voor wat betreft de geschiedenis van het antieke Griekenland kan ik onmogelijk beoordelen in hoeverre Pfeijffers weergave van de historische feiten betrouwbaar is. Ik kan alleen maar vaststellen dat hij duidelijk aangeeft op welke bronnen hij zich baseert en waar hij, wanneer hij zich niet op bronnen baseert, de lacunes heeft ingevuld met zijn verbeelding. Hij doet trouwens, blijkens de zeer omvangrijke ‘Bronnen’-sectie in zijn boek, zeer vaak een beroep op de Historiae van Thucydides om zijn relaas te stofferen. (De vraag in hoeverre de bronnen waarop Pfeijffer zich baseert zelf betrouwbaar zijn, overstijgt al helemaal mijn competentie.)

Het heeft er alle schijn van dat Pfeijffer volledigheid heeft nagestreefd. Schier oeverloos heeft hij het over vloot- en troepenverplaatsingen, zee- en veldslagen, tactische manoeuvres, belegeringen, enzoverder enzovoort. Uiteraard komen ook de politieke intriges aan bod, de combines en de afrekeningen, de vriendschappen en de messen in de rug die elk politiek schouwspel in alle tijden kenmerken, dus ook in Athene, Sparta en Perzië in de vijfde eeuw voor onze tijdrekening. Veel valt in Alkibiades trouwens ook te leren over de culturele verschillen tussen de drie grootmachten van die tijd.

Over dat alles gaat Pfeijffers Alkibiades. Maar bovenal – en dat licht ik er dan voor mezelf uit – gaat Alkibiades over ónze tijd. Via de omweg van een vita van een historische figuur van 2500 jaar geleden en de vaak spectaculaire en onwaarschijnlijke gebeurtenissen waarin deze historische figuur verwikkeld was, houdt Pfeijffer ons huidige tijdsgewricht een spiegel voor – hij gaat ervan uit ‘dat het verleden een spiegel is waarin we onze eigen dilemma’s kunnen herkennen’ (168). Pfeijffer heeft het meer bepaald over onze democratie en het woelige water waarin zij verkeert. Vooral in dat opzicht vind ik Alkibiades memorabel – mocht die gedenkwaardigheid enkel aan de exuberante, maar daarom niet minder genietbare, stijl te danken zijn, dan ware dat, naar mijn smaak, toch niet voldoende geweest om me 770 bladzijden lang bij de les te houden.


In deel 3/3 van deze notitie licht ik morgen, aan de hand van talrijke citaten, Pfeijffers behandeling van het thema ‘democratie’ toe.

Ilja Leonard Pfeijffer, Alkibiades (2023)