maandag 10 juli 2023

honderd woorden 424

WITTE KAMER

Moeilijk om niet aan Gerrit Kouwenaar te denken bij de bladzijden over de witte kamer in de hoeve waarin de ik-figuur zich probeert te verhouden tot de vrouw die er ooit heeft geleefd. Zij is dood en bevindt zich in het wit van het voor en het na van dit korte leven, dat Kayzer als een wit licht beschrijft. Het is een wit niets, wit als een onbeschreven blad. Ik moest ook aan Claude van de Berge denken, eveneens een meester van het wit. In tegenstelling tot Kouwenaar en Kayzer is hij nog onder ons, zij het al grotendeels vergeten.



Wim Kayzer, De waarnemer, 109-111