zaterdag 22 juli 2023

honderd woorden 434

STAGNEREN

Hippocrates, hoofdpersonage en ik-figuur, kijkt zowat het hele boek – dus 650 bladzijden lang – terug op een teloorgegane liefde. Zijn vriend waarschuwt hem dat dat verdriet ‘niet veel meer [is] dan een manier om het bestaan te ordenen door het van ten minste één zekerheid te voorzien’ (568). Dat is een interessante gedachte, die mij tot introspectie noopt. Wat is, in mijn leven, het ‘ordeningsprincipe’ waarmee ik aan dat leven een richting geef? Hoe verraderlijk kan zoiets zijn? Hoe groot is de verleiding om steeds opnieuw dat principe in te roepen, om te stagneren en nieuwe ervaringen onvoldoende kans te geven?

Wim Kayzer, De waarnemer (2006)