zaterdag 31 december 2022

notitie 335

SCRIPTA MANENT

Gisteren zei ik hier dat ik me door een van de details in de film Iris van Richard Eyre sterk aangesproken voelde.

We zijn op het einde van de film aangekomen. ‘Dr. Alzheimer’ is nu zo nadrukkelijk in huis dat het voor de oude John Bayley niet langer mogelijk is om te zorgen voor zijn door de ziekte getroffen vrouw, schrijfster Iris Murdoch. De verhuizing naar een instelling is onvermijdelijk. Alles is in gereedheid gebracht, een taxi komt Iris ophalen.

Maar Iris wil niet mee. Koppig zit ze op een trede van de trap. Ze zit er tussen de op alle treden gestapelde boeken. Niet onlogisch: in dit huis, in dit rommelige, in dit meer dan rommelige huis zijn er overal boeken: op de stoelen, in de zetels, op de tafel, op de grond, in de studeervertrekken en, ja, ook op de boekenplanken en in de boekenkasten. Het is een ingestorte bibliotheek, dat huis van het echtpaar Bayley-Murdoch. Ze hebben allebei hun hele leven met hun neus in de boeken gezeten. Ze hebben boeken gelezen, boeken besproken, boeken geschreven. Dit is het huis van twee mensen die eigenlijk niet in iets anders dan in boeken geïnteresseerd waren. En in elkaar want ze zagen elkaar graag – dat doen ze trouwens nog, zo goed en zo kwaad als dat nog gaat.

Drie of vier jaar eerder, zo zien we ook in de film, nam John Bayley van de postbode een pakket aan: een exemplaar van Jackson’s Dilemma, Iris’ laatste boek. Tijdens het schrijven ervan was ze al door haar ziekte getroffen. Volgens Wikipedia (https://en.wikipedia.org/wiki/Jackson%27s_Dilemma) wordt het boek gebruikt om de invloed van de vroegste fase van alzheimer op het taalgebruik te onderzoeken. Enthousiast stapt John met het pakket op Iris af: ‘Kijk, Iris, je nieuwe boek!’ Iris reageert nauwelijks. Ze lijkt niet te beseffen waarover John het heeft.

Terug naar het moment in de film waarop Iris koppig op de traptrede zit. John roept de hulp van de taxichauffeur in om haar tot andere gedachten te bewegen. En dan valt mijn oog op een van de boekenstapels op de trap. Helemaal bovenop is een afbeelding te zien van het ‘STOP’-verkeersbord. En daaronder: dat exemplaar van Jackson’s Dilemma. Het is duidelijk nieuwer dan alle andere boeken. Het is onaangeroerd. Het is aan de chaos toegevoegd en zal, daar kan geen twijfel over bestaan, samen met die chaos verdwijnen.

De zachte aanpak van de taxibestuurder contrasteert met zijn stevige lichaamsbouw. Hij vraagt Iris hoe ze heet en begeleidt haar met vriendelijke woorden naar zijn wagen. Het zal Iris’ laatste rit bij leven worden.

 


 

Richard Eyre, Iris (2001)