DE MODIANOMETHODE
Ik lees graag Patrick Modiano. Het is eenvoudig Frans, de flinterdunne pocketjes zijn erg handig in bed. Zelfs als je – zoals ik consciëntieus doe – hier en daar een woord moet opzoeken (taches de son = sproeten; guetter = bespieden; roulotte = kermiswagen…), heb je ze in een paar uur uit.
Ik houd van de sfeer die Modiano keer op keer weet te creëren, van zijn schijnbaar eenvoudige procedé, zijn methode. Hij kiest zorgvuldig zijn rekwisieten, kleine, onbeduidende voorwerpen of kenmerken, die dan later in het boek nog een paar keer opduiken – en ze zijn zo duidelijk neergezet dat je ze ondertussen niet vergeten bent. De sfeer wordt in grote mate bepaald door het decor: natte straten, het licht van een lantaarn, een buitenwijk met voortuintjes, een straat met failliete garages met neergelaten stalen rolluiken, een verlaten kasteel, een traction avant of een quatre-chevaux. Zwart zijn die auto’s, uiteraard. De cover van een Simenon of de poster van een film met Jean Gabin. Showfoto’s van Mistinguett. Frankrijk, de jaren veertig en vijftig. Zestig hooguit. Er wordt nog à volonté gerookt en alcohol geschonken, de personages eten in bistrots en telefoneren met vaste toestellen die van zwarte bakeliet zijn gemaakt.
In Remise de peine (1988) kijken we naar deze werkelijkheid door de ogen van ‘Patrick’, een kind nog en dan enkele jaren later als jongeman en beginnend schrijver. Modiano, zelf geboren in 1945, schakelt tussen die twee tijden heen en weer, tussen de tweede helft van de jaren vijftig en ergens medio zestig. Als kind is Patrick (‘Patoche’ voor de intimi) getuige van enkele gebeurtenissen die hij nog niet als vreemd of obscuur kan kwalificeren. Pas later beseft hij dat de mensen in zijn omgeving betrokken moeten zijn geweest in zaken en zaakjes die het daglicht niet mochten zien. Dat hij als kind dat inzicht nog niet kan hebben, maakt Modiano duidelijk aan de hand van een detail. Het personage Hélène mankt. ‘Elle boitait légèrement, et il ne m’était pas venu à l’esprit, jusque-là, qu’elle n’avait pas toujours boité.’ (138) Een kind maakt het onderscheid tussen het normale en het abnormale niet. Dat komt pas later. Vandaar: remise de peine. Het inzicht en het verdriet komen pas later.
Ik lees graag Modiano, Nobelprijswinnaar per slot van rekening toch ook, maar er schort toch ook iets aan. En wel dit. Groot was mijn verbazing toen ik in mijn lijst van gelezen boeken (sinds 1976 bijgehouden) zag dat ik al dertien keer een boek van Modiano heb gelezen, waarvan vijf in het Frans en dus acht in (Nederlandse) vertaling. Het gaat om negen verschillende titels, ik heb dus al vier keer een van die negen herlezen. En wat blijkt nu? Dit. Dat ik Remise de peine al eens had gelezen! In 2013 meerbepaald. En ik herinnerde mij er niets meer van! Ik was álles vergeten.
Dat ligt natuurlijk aan mij. Aan mijn slordig lezen, aan mijn falend geheugen. Maar het ligt niet alleen aan mij. Het heeft ook met Modiano te maken want niet elk boek dat ik in 2013 las is zo drastisch uit mijn geheugen verdwenen. Het heeft met de methode van Modiano te maken, de Modianomethode. Van niet één van de boeken die ik van hem las zou ik nu de plot kunnen navertellen. Eigenlijk schrijft Modiano iedere keer hetzelfde boek. Ze ademen allemaal diezelfde sfeer. Ze gaan telkens over iets duisters dat onverwerkt bleef. Mensen die verdwenen zijn, onduidelijke familieverbanden, een traumatische gebeurtenis die pas veel later aan het licht komt...
Patrick Modiano, Remise de peine (1988), Nederlandse vertaling Verdaagd verdriet (1990) door Edu Borger