voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen
19 oktober 2010
Sommige onderwerpen zijn heikel. In moreel opzicht, bijvoorbeeld op plekken
waar de privacy van de aanwezigen in het geding is, zoals een bejaardentehuis;
in esthetisch opzicht, bijvoorbeeld op plekken die platgefotografeerd zijn. Als
morele en esthetische heikelheid zich met elkaar vermengen, wordt het fotograferen
al helemaal problematisch.
De begraafplaatsen van de Commonwealth – in Noord-Frankrijk en in onze Westhoek
door de grillen van de geschiedenis zeer gul over het landschap uitgestrooid –
zijn uitermate fotogeniek. Met hun flatterend wit-groen palet van perfect
gerijde zerken, hier en daar onderbroken door een tuil verse bloemen of een
scheef gegroeide treurberk, en met hun Wimbledon-precies getrimde gazons vormen
zij al te keurige perspectieven, die fel afsteken tegen het grauwe achterland
van akkers en oprukkende kmo-zones. Deze vormgeving is zo nadrukkelijk dat het
cliché nauwelijks kan worden vermeden. (Zie hier en
hier).
Anderzijds is en blijft het ook wel zo dat onder elke steen een lijk – of wat
daarvoor moest doorgaan – is vergaan, en dat je door al dat gemillimeterde gras
en het tot in de eeuwen der eeuwen verzekerde herdenken zou vergeten dat hier
een niet in te schatten veelvoud van verdrieten rust en dat elke zerk een
schamele poging is om ‘altijd iemands kind, altijd iemands vader’ te memoreren
– om het met alweer een onvermijdelijk cliché te zeggen.
Het confronteert je met de vraag of het ‘überhaupt’ wel zinvol is om op dergelijke plekken te fotograferen. Wat in godsnaam zou je nog kunnen toevoegen?