VLEUGELSLAG
Enkele lezers van mijn notities, onder meer de altijd zeer kritisch over komma’s struikelende S.B., wezen mij erop dat een mot geen nachtvlinder is. Terecht. Een mot is inderdaad geen nachtvlinder. In mijn notitie van gisteren (303) heb ik die twee abusievelijk met elkaar verward. Dat doe ik trouwens al heel mijn leven. Wat eigenlijk een nachtvlinder is, zo’n op een vlinder gelijkend gevleugeld en meestal donker en enkel ’s nachts actief insect, heb ik altijd een mot genoemd.
Ik haal er even de Van Dale bij (veertiende editie, 2005). Daar is een mot, in de eerste van acht betekenissen: ‘naam van een familie van zeer kleine vlindertjes met smalle vleugeltjes’. Terwijl een nachtvlinder is, in de eerste van drie betekenissen (waarvan de laatste luidt: ‘iem. die graag ’s nachts uitgaat’): ‘onderorde der vlinders die met of na het vallen van de avond tevoorschijn komen’. Die laatste omschrijving lijkt mij weinig accuraat, maar ik begrijp uit beide definities toch dat zo’n bij duisternis ‘tevoorschijn’ komende vlinder geen mot is. Motten zijn van die stoffige heel kleine vlinderachtigen die zich vooral met het ondermijnen van kleren bezighouden. (Of met mythes, zou Paul Claes zeggen.)
Bon, dat zou ik dus moeten aanpassen. Ik zou in mijn stukje elke mot door een nachtvlinder moeten vervangen – want over een nachtvlinder had ik het wel degelijk: ‘een grote, zwarte mot’. Die dus geen mot was. Indien het er een zou geweest zijn, dan zou ik hem wellicht nooit hebben opgemerkt. (‘Hem’? Ook dat is blijkbaar een probleem. Volgens aandachtige lezer G-W. R. is een mot vrouwelijk…)
Maar het zal niet gaan, dat vervangen. Het zou niet bij de vervanging van dat ene woord kunnen blijven. Hoe zou ik dan immers de aanwezigheid van Andrew Motion kunnen verklaren, van wie die mot, die dus een nachtvlinder zou moeten zijn, het enige boek dat in mijn verzameling aanwezig is uitkoos om zich achter te verschuilen? Mijn nachtvlinder zou ergens ter hoogte van het punt waar mijn Nabokov-collectie aanleunt tegen de boeken van Péter Nádas voor het daglicht moeten zijn gaan schuilen. (Wat natuurlijk, zo bedenk ik nu, wel een mooie kans zou bieden om de lepidopteroloog in eerstgenoemde onder de aandacht te brengen.)
Met andere woorden: die ene fout (verwarring mot-nachtvlinder) leidt tot een schier onoverkomelijke reeks van noodzakelijke aanpassingen. (Het doet mij denken aan dat vaak gebruikte beeld van de vlindervleugelslag in het Amazonewoud die aan de andere kant van de wereld een cycloon ontketent.)
(Nog een laatste iets, nu ik toch aan het corrigeren ben. Gisteren schreef ik dat dat boek van Andrew Motion, Het verdichtsel van dokter Cake, door mij ongelezen was. Dat bleek geen waar te zijn. Tot mijn grote ontzetting bleek ik het wél al gelezen te hebben, en wel onmiddellijk na de aankoop ervan in 2010, in het toen nog in mijn stad aanwezige filiaal van De Slegte.)