zaterdag 1 oktober 2022

notitie 303

MOT

Een paar dagen geleden was er een mot in mijn slaapkamer. Een grote, zwarte mot. Hij botste voortdurend tegen het plafond aan. Het beest deed me geen kwaad. Vangen met een doosje en een stuk karton en hem vervolgens het huis uit zetten, in wat ik dan veronderstel dat voor hem de vrijheid zou zijn, zou niet lukken. De ramen openhouden leek mij, gezien de huidige gasprijzen, geen goed idee. De mot stoorde me niet, ik was er niet bang van. En ik was ook niet van plan om mezelf te verontrusten met de voor de hand liggende maar geheel vrijblijvende associatie mot-dood. Ik realiseerde me wel dat het eigenlijk vreemd is dat ik van vlinders en motten minder bang ben dan van bijvoorbeeld spinnen. Als je ze met een macrolens bekijkt, zien ze er al even monsterlijk uit. Gisteren observeerde ik een van de spinnen die voor mijn raam op aanvliegende buit wachten. (Ik was blij daarvoor even mijn lectuur van Op weg naar De Hartz te kunnen onderbreken.) Ik zag hoe het beest vanuit zijn tegen de raamrand geweven nest naar het midden van zijn web spurtte, onmiddellijk nadat een vlieg daarin verstrikt was geraakt. De spin pakte de vlieg, die ongeveer een vierde van zijn eigen lichaamsvolume had, in met meegebrachte draad en sleepte het slachtoffer naar zijn nest. Daar zette hij zich aan het smullen. Hij deed er wel een paar uur over om zijn prooi leeg te zuigen. Er huizen meerdere spinnen voor mijn raam. Ik zie ze week na week groeien. Langzaam maar zeker.

De mot van een paar dagen geleden verdween uit beeld en uit mijn geheugen. Ik vergat hem. Tot hij deze ochtend opnieuw opdook, nu in de woonkamer. Of was het een andere mot? Dat kan ik nooit verifiëren. Ik neem aan dat het dezelfde was en dat hij, moe en verdoofd van het vruchteloos tegen het plafond aan botsen, een paar dagen rust had genomen achter een rij boeken op een van de planken. Wellicht bij dat ene boek van Andrew Motion dat ik bezit, Het verdichtsel van dokter Cake. Ik neem het boek ter hand, zie dat het hier al meer dan twaalf jaar op me wacht en besluit het dan toch eindelijk eens te lezen.

Ik was eigenlijk van plan iets helemaal anders te schrijven, maar toen was die mot daar en die deed me denken aan de mot van een paar dagen geleden en aan de spinnen voor mijn raam. En nu zit ik hier met dokter Cake op schoot.