4268
Ik was de ultieme positivo: ook al ben ik een vreselijk ongeduldige zuster, ik blijk wel achter bijna elk wolkje de zon te kunnen zien, zelfs achter de donkerste donderwolken. (27)
4269
Als hij zijn donkere ogen opendoet en uit een onbekende diepte naar ons opkijkt, buitelt ‘Intimations’ van Wordsworth door mijn hoofd: ‘Ons levens ster […] komt van ver […] slepend wolken lichts […]’ (205)
4270
Het is heel goed mogelijk dat de foto’s waar ik me met zoveel aandacht over buig, die ik afspeur op zoek naar sporen van verre levens, tegen die tijd al hun betekenis hebben verloren of als wolken – de iCloud waar ze op leven – voor de zon verdwijnen. (227)