Soms denk ik toch ook wel eens wat een zonde het is van dat mooie, zuivere, drink- en bruikbare regenwater dat in mijn dakgoot terechtkomt tijdens een van die malse stortbuien waaraan er in deze verzopen zomer waarachtig geen gebrek is. Water wordt, behalve als het uit de lucht valt, een schaars goed en dus zijn het klinkende klaterende centen die ginds in het afvoergat verdwijnen of die straks zullen opdrogen wanneer de zon nog maar eens een poging doet om de schijn te redden en het zink van mijn dakgoot opwarmt tot er geen kat meer in kan lopen.
210725