Kartonnen dozen en lappen plastic werden heen en weer geslingerd door de wind en overal op de grond glinsterde glas. Hier en daar hipten glanzend zwarte kraaien, knipperend met hun geelzuchtkleurige ogen en pikkend in lege cornedbeef-blikken, totdat ze werden verjaagd door de honden.
Bruce Chatwin, De gezongen aarde, 89-90