maandag 9 augustus 2021

wolken 4250-4266

wolkenfragmenten uit Bruce Chatwin, De gezongen aarde 

4250

We doolden eenzaam als een wolk. (14)

4251

Het was grijs en bewolkt toen ik naar beneden kwam voor het ontbijt. (72)

4252

Maar ergens ver weg woonden de Luchtbewoners: wezens met de zorgeloosheid van de jeugd, met een menselijke gedaante maar de poten van emoes en gouden haar glinsterend als spinnewebben in de ondergaande zon, leeftijdloos en nooit ouder wordend, wezens die sinds de eeuwigheid huisden in hun groene, waterrijke paradijs aan gene zijde van de Westelijke Wolken. (75-76)

4253

De volgende ochtend was de wolk opgelost en omdat het motel pas om acht uur ontbijt serveerde, besloot ik een eind te gaan hardlopen naar de Kloof. (77)

4254

De wolken kwamen ’s nachts opzetten en de ochtend was betrokken en drukkend. (127)

4255

We waren ternauwernood aan een wolkbreuk ontsnapt en keken hoe de regengordijnen schuins wegwoeien in de richting van een heuvelrij. (130)

4256

Naar het westen toe was het land grijs en boomloos en er gleden wolkenschaduwen overheen. (130)

4257

We vertrokken tegen een uur of acht, onder een deken van laaghangende wolken. (148)

4258

Een paar uur later zagen we een kudde kamelen, drijfnat van de wolkbreuk, en daarna kregen we door de mist zicht op de ronde bult van Mount Cullen die uitstak boven de vlakte. (149)

4259

Het was heet en winderig en er joegen krabbels veertjeswolken door de lucht. (155)

4260

Ik keek naar buiten en zag boven Mount Liebler een muur van wolken met aan de rand knetterende bliksemflitsen. (162)

4261

De wolk leek nog dichter dan de aarde en aan de onderkant braken de laatste zonnestralen door, zodat de spinifex baadde in kegels bleekgroen licht. (163)

4262

Het was een heldere zonnige dag met hoge witte wolken en een briesje van zee. (172)

4263

Een heel korte geschiedenis van de Wolkenkrabber: (…) (196)

4264

De dag is heet en wolkeloos. (201)

4265

De dagen waren wolkeloos. (225)

4266

’s Nachts regende het weer en toen ik de volgende ochtend uit het raam keek, was de zon al op en leken er wolken paarse damp van de flank van de Mount Liebler af te vlokken. (294)