woensdag 18 augustus 2021

op naar de zestig 303


Hoe snel woorden verslijten. Neem nu ‘bubbels’. Meestal werden daarmee in mijn dialect badschuimbellen of uitstulpinkjes op de huid benoemd. Of jonge kinderen: ‘Hij heeft zijn kleine bubbels meegebracht.’ Later werd het woord nogal soft gebezigd ter designatie van mousserende wijnen die werden genuttigd bij een uitgebreid ontbijt, een brunch, het aperitief of tijdens de jaarovergang. Sommigen hadden het dan over een cavaatje. Nu heeft het woord zijn laatste neerbuigende of lieflijke connotaties afgelegd. We háten ze ondertussen, die bubbels. De recente geschiedenis van het woord lijkt me in elk geval een aanvulling waard in Peter Sloterdijks magnum opus Sferen.

210810