‘Het is hem aan te zien dat hij geleefd heeft.’ Als eufemisme kan dat wel tellen. Leven doen we namelijk, zolang we niet dood zijn, allemaal, zij het niet allemaal op dezelfde manier. Het spannendste ogenblik van de klasreünie van de retorica 1979-1980 – waar ik met een bang hartje heen was gefietst – voltrok zich bij het begin van ons weerzien-na-meer-dan-veertig-jaar: hoelang duurt het vooraleer ik hen zal, zij mij zullen herkennen? Ik treed niet in detail (en bovendien doe ik opmerken dat mijn bedenking niet slaat op de op de foto herkenbare personen), maar confronterend was de – euh – confrontatie wel.
210821