Van gisteren wil ik onthouden dat het me deugd deed eens met B., die ik toevallig tegen het lijf liep in de bibliotheek, te kunnen spreken over T. – en dat ik ’s avonds bij het vuur samen met S. en Z. uitgeteld naar ‘Superfans’ keek, over mensen die er hun bestaansvervulling in vinden om alles te verzamelen over of in de huid te kruipen van of zoveel mogelijk in de nabijheid te vertoeven van Eddy Merckx, Elvis Presley, Christophe, Natalia en Garry Hagger.
Vandaag heb ik eerst wat tijd om te lezen en te schrijven. Dan komt H. naar de Eikenberg en vanavond gaan we naar A.