Michel Houellebecq, Platform
271
Als ze naar buiten ging kon ze niet meer languit in het gras gaan liggen en haar gedachten laten afdwalen met de wolken of laten meevoeren door het water van de beek. (51)
272
Algauw zou de zon door de ochtendwolken breken, het zou snel warm beginnen te worden. (53)
273
Ik herinnerde me vooral de loodgrijze, zeer laaghangende wolken en de volstrekte stilte van het gebergte. (80)
274
Op dat moment drong de zon tussen twee wolken door en verlichtte haar voorzijde. (188)
275
De wolken losten geleidelijk op, de heldere vlakken werden steeds groter. (189)
276
Wanneer Valérie er niet was, bestond mijn voornaamste afleiding erin de beweging van de wolken gade te slaan door het grote raam. (253)