Van gisteren zou ik kunnen onthouden dat ik verloren gewaande foto’s heb teruggevonden in het digitale doolhof dat zich, crash na crash, elke dag onder mijn vingers verder vertakt, dat ik een groot deel van de buitengewoon mooie kortverhalenbundel Het kalfje van de gnoe van Adriaan Morriën las, dat Club Brugge een formidabele remonte realiseerde in Slovenië – men spreekt nu al van ‘Het mirakel van Maribor’ – en dat ik een lemma schreef voor ‘Mijn woordenboek’ waarover ik – al zeg ik het zelf – enigszins tevreden ben.
Vandaag moet ik werken. Deze avond ga ik naar de Eikenberg.