maandag 12 november 2007

Dag 73 vVH&C

071030, 071111 en 071112 - Aan tafel hadden we het over de communautaire problematiek, en over het feit dat die Walen toch wel echt in een ander land leven. G had het voorbije weekend een voormiddag naar de RTBF-radio geluisterd en zich geërgerd aan de voortdurende hetze tegen de Vlamingen. Ik verwijs naar bepaalde uitspraken van Vlaamse politici die, zo dacht ik toch, die negatieve gevoelens bij de Franstaligen zouden kunnen verklaren. Maar ik blijk verkeerd te citeren. Het 'Wat we zelf doen, doen we beter' dat wordt toegeschreven aan Gaston Geens was, zo zegt R, 'Als we het zelf kunnen doen, dan moeten we het beter doen'; en dat Leterme zou hebben gezegd dat de Walen 'te dom' zijn om Nederlands te leren, blijkt ook al een verwrongen quote van 'Als ze het zouden willen, zouden ze het kunnen, maar ze doen het niet. Je zou op de duur gaan denken dat het kwaaie wil is want we kunnen toch niet aannemen dat ze te dom zijn.' Ik leer van dit gesprek dat ik voorzichtiger uiting moet geven aan mijn antiflamingantisme. Voorzichtigheid, overigens, lijkt mij een kwaliteit die in een sterk gepolariseerde, door haatgevoelens en irrationele drijfveren gestuurde omgeving zeker niet overbodig is. Dat blijkt aan deze lunchtafel, hHet zal in het toekomstige België, waaraan nu druk wordt getimmerd, niet anders zijn. Wij onderschatten wellicht de angst en de gekwetste trots aan de andere zijde van de taalgrens.

Aanpassing (080111): De met kleur gemarkeerde woorden moeten weg. Ik laat ze voorlopig nog wat staan om de verandering zichtbaar te maken. Ik wilde niet zeggen dat de lunchtafel deel uitmaakte van de door haatgevoelens en irrationele drijfveren gestuurde omgeving. Enkel dat ik aan die lunchtafel leerde dat een mens beter voorzichtig omspringt met citaten. Met spreken tout court.

*

071030 - Ik zag net op tv een portret van Sam Dillemans, een artiest van 41 die in Borgerhout een eenzame dialoog voort met de grote genieën van de schilderkunst. Of zoiets. Waanzin of groot talent? Hij kon het in elk geval goed zeggen, en ’t was boeiend in beeld gebracht. Inspirerend, hoe die man zijn leven geeft aan een bezeten ambitie. Fruit etend, zware sigaretten rokend, met flink afgetraind lichaam boksend tegen een in zijn met pasteuze doeken en verfspatten en overal rondslingerende boeken en reproducties en cd’s gepointilleerde atelier opgehangen bokszak, met verf aan zijn voeten dansend over zijn doeken, schilderend, krabbend, doorhalend, doordrááiend. En zijn schilderijen mochten er zijn. Ze hebben iets van Van Gogh, van Lucian Freud, van Picasso.