woensdag 20 april 2005
34 * 28,42 * 489
Op het Zuidervaartje doet een meerkoet wat Christus deed: over het water lopen. Bij het begin van de Krinkeldijk zie ik hoe de populierenrijen hun eendimensionale bladloze arcering van enkele dagen geleden stilaan inruilen voor volume: de lichtgroene waas voegt een dimensie toe, maakt ze voller. Nu zijn ze op hun mooist, denk ik dan, want je kunt er nog dwars doorheen kijken. Ik blijf middenblad rijden en haal toch tegen de (zwakke) wind in 28. Na het keerpunt in Hoeke doe ik er nog een lus van vijf kilometer bij, zodat ik, na de tweede keer voorbij het keerpunt te zijn gekomen, enkele trage fietsers en wandelaars een tweede keer kruis. Op de vaart naar Sluis varen een koppel futen, een koppel wilde eenden en een koppel aalscholvers. Een fietser kruist mij, hij lijkt op Roger De Vlaminck. Verdorie, denk ik, het ís Roger De Vlaminck – waarom zou hij het niet zijn, hij woont hier per slot van rekening niet zo ver vandaan, in Eeklo? De man die op Roger De Vlaminck lijkt trapt een bijzonder grote versnelling. Op de weg van Lapscheure naar Damme, tussen de dubbele vaart en Damme, zie ik een platgereden buizerd. Op de kasseien in Damme wippen de buitenbandwippertjes uit het materiaalzakje onder mijn zadel – het was blijkbaar open. Wat verderop haalt een hardrijder me in, ik volg zijn wiel en haal vrij gemakkelijk 34. Op zijn kont lees ik een reclame voor restaurant Au Repos in Menen. Ik fixeer mijn blik op die beloofde rust – de jongeman kijkt herhaaldelijk opzij om te zien of ik nog volg.