woensdag 27 april 2005

Mijn woordenboek (81)

ABSTRACT
Ik wil u vertellen wat de vaakst voorkomende zin in kunstkritiek van de tweede garnituur is. (Kunstkritiek van de tweede garnituur is vaak te horen op vernissages: de kunstenaar heeft een bevriende criticus verzocht om, eventueel in ruil voor een van de werkjes die de tentoonstelling net niet hebben gehaald of die onverkocht zullen blijven, een ‘speech’ af te steken. Liefst niet te moeilijk want dat schrikt de mensen af, en ook niet te lang want ze hebben dorst. Een bevriende criticus dan weer is meestal iemand die na de uren een excuuskolom op de cultuurbladzijde van het lokale weekblad mag vullen in het kader van het door de redactie gepropageerde gedoogbeleid ten aanzien van alle cultuuruitingen die verder strekken dan gouden bruiloften, kiekenkaarting en vinkenzetting.) De vaakst voorkomende zin in kunstkritiek van de tweede garnituur is: ‘De kunstenaar evolueerde van figuratief naar abstract.’ Op vernissages is dat dan: ‘De kunstenaar evolueerde, zoals u kunt zien, van figuratief naar abstract.’
De ontwikkeling van figuratief naar abstract lijkt de meest voor de hand liggende ontwikkeling. Ik vond het altijd paradoxaal klinken. Want het abstracte wordt overduidelijk voorgesteld als iets wat méér is en hoger ligt, een soort van picturale hemel, iets wat je dus blijkbaar na lang zweten en zwoegen kunt bereiken – terwijl ik me bij de aankondiging van die evolutie altijd, mijns ondanks, iets als een glijbaan heb voorgesteld. De kunstenaar stapt boven van het laddertje, zet zich neer op een langs beide kanten met een opstaand plankje van de afgrond afgeschermde gepolijste strook aluminium en, als hij onderweg zijn broek niet scheurt aan de mogelijk uítstekende klinknagels waarmee het metaal op het afhellende houten bak eronder is aangebracht, bereikt hij na enkele seconden inspanningsloos glijden de vaste grond onder zijn voeten van de abstracte kunst.
Me dunkt dat de enige waardevolle abstracte kunst bovenaan de ladder te vinden is. En iedereen die het als kind nog gedaan heeft, weet dat het verdraaid moeilijk is om een glijbaan te beklimmen.
‘Abstract’, overigens, is ook een uitermate interessante notie indien ze wordt toegepast op muziek of literatuur. Op een of andere manier staat de kunstenaar die dáár wil ‘evolueren’ van figuratief naar abstract sneller met de billen bloot – er is daar blijkbaar minder misleiding en gefoefel mogelijk – en hij wordt in die gebieden dan ook minder vaak gesignaleerd.