zaterdag 23 maart 2019

Vier witregels tussenin


Welneen, ik ben geen poëet.
Pretentieloos rijg ik wat

woorden aaneen in de maat
van twee keer zeven letter-

grepen, en dat vijf strofen
lang. En passant ontstaan vier

witregels. Vanzelf: daar moet
ik niets voor tellen of ver-

zinnen. Ooit maak ik bundels,
en steek er de haard mee aan.