donderdag 26 juli 2018

utopie 7

(lees hier vanaf het begin)

mijn Utopia

Tijdens mijn overpeinzingen de voorbije twee weken vroeg ik mij natuurlijk af of ik zelf een voorstel tot utopie zou kunnen bedenken. Hoe zou mijn ideale samenleving eruitzien? Want dat het in een utopie over een samenlevingsmodel gaat, daar ga ik van uit. Hoewel het helemaal tegen mijn aard en overtuiging ingaat, en tegen mijn behoedzaamheid ten aanzien van utopisch denken, heb ik mij toch aan een dergelijke denkoefening gewaagd. Ik deel u de resultaten mee, maar met de waarschuwing dat ik geen volledigheid heb nagestreefd en dat mijn voorstel uiteraard nog met tal van kwesties kan worden aangevuld.

In mijn Utopia zijn uiteraard alle ecologische problemen van de baan. Hoe dat moet?, daarvoor verwijs ik naar het boek Als de laatste boom geveld is, eten we ons geld wel op van Ludo De Witte. Ik heb het vooral over zingeving en persoonlijk welbevinden gehad, maar uiteraard is dit een canapékwestie in vergelijking met de problemen die op ons afkomen.

Afgezien van dat ecologische probleem is mijn Utopia niet enkel toegespitst op het faciliteren van de zogenaamde basisbehoeften – geen gouden lepeltjes en gebraden kiekens, geen harems met ongebreidelde promiscuïteit, zonder dat dit aanleiding geeft tot hashtagtoestanden welteverstaan. We kunnen ervan dromen, maar dat is niet meteen een item in de catalogus van mijn Utopia.

In mijn Utopia wordt geen pensée unique opgelegd, bijvoorbeeld die van het consumentisme, van het snelle genot, van het materialisme, zoals die ons door de reclame wordt gedicteerd.

Mijn Utopia is in elk geval een samenleving zonder reclame. Volgens mij is reclame de bron van zeer veel kwaad. Reclame is per definitie leugenachtig. Er loopt een rechte lijn van de eerste publiciteitsboodschappen in de negentiende eeuw tot de totale commercialisering van de berichtgeving en – meer in het algemeen – de verloedering van het statuut van ‘de waarheid’ in het fenomeen fake news.

In mijn Utopia treden de mensen vol vertrouwen de werkelijkheid tegemoet. Dat vertrouwen hebben zij nodig om bijvoorbeeld het risico te lopen dat ze door de ander in een échte – niet een virtuele! – ontmoeting niet worden erkend. Zij beseffen dat echte erkenning niet wordt gekocht of afgedwongen. 

Mijn Utopia is een samenleving waarin het besef dat ontoereikendheid in menselijke relaties onvermijdelijk is niet tot verlamming en lethargie hoeft te leiden.

In mijn Utopia gaat de samenleving niet ten onder in een angst die grotendeels het gevolg is van het alles willen beheersen en controleren, vooral van datgene waarmee we niet vertrouwd zijn – maar ook van alle opinies die van de pensée unique willen afwijken. In mijn Utopia is er met andere woorden plaats voor de buurtwinkel, het dorpsplein, het volkscafé. In mijn Utopia heerst geen neurotische intolerantie voor roesmiddelen.

Mijn Utopia is een samenleving waarin vormen van magisch denken, die essentieel zijn voor onze zinbeleving, niet worden weggesaneerd door een steriel ééndimensionaal nutsdenken; het is een samenleving waarin bureaucratie en controlezucht de plaats ruimen voor vertrouwen en ware pedagogische autoriteit. Een samenleving waarin bevlogen jonge leerkrachten er niet na gemiddeld vijf jaar de brui aan geven en waarin voor oude leerkrachten respect kan bestaan.

Mijn Utopia is een samenleving waarin andere dan economische belangen opnieuw een plaats krijgen; waarin niet alles wordt berekend; waarin niet om de haverklap studiebureaus worden ingeschakeld om zelf niet de beslissingen te moeten nemen of om de al genomen beslissingen een aura van wetenschappelijkheid te geven. Waarin sport en cultuur niet worden gekoloniseerd door de macht van het geld. Waarin Fernand Huts met zijn fikken van de kunst blijft.

Mijn Utopia is een samenleving waarin elke minderheid een plaats heeft, ook de meest bedreigde en minst beschermde minderheid, die van de intellectuelen.

Mijn Utopia is een samenleving waarin iedereen gelijkwaardig is maar waarin niet zo gemakkelijk als nu wordt toegegeven aan egalitarisme, wat vaak niet meer dan een vorm van onvermogen is om de werkelijk uitdagende verschillen onder ogen te zien. Enkel in de aanvaarding van het gegeven dat niet alles op dezelfde manier vervolmaakbaar is, kan een pedagogische meerwaarde tot stand komen. Wie de mogelijkheid van mislukking niet aanvaardt, spiegelt zich zijn réussites voor.

Mijn Utopia is een samenleving waarin er tijd is om van het leven te genieten en waarin wordt erkend dat dat niet altijd een evidente zaak is en zeker niet iets wat dwangmatig moet worden nagestreefd. 

Mijn Utopia is een samenleving waarin geen tijd, energie en grondstoffen verloren gaan in het nastreven van nutteloze dingen; een samenleving waarin iedereen de kans krijgt om in schoonheid troost te vinden voor het verdriet om de eigen sterfelijkheid en waarin dus ook plaats is voor het onvolmaakte, omdat schoonheid en onvolmaaktheid hand in hand gaan. Schoonheid die de onvolkomenheid niet onder ogen wenst te zien, is kitsch.

Mijn Utopia is een samenleving waarin wie niet meer economisch rendabel is niet aan de kant wordt gezet, waarin het leven niet nodeloos wordt gerekt, waarin de wetenschap niet elke doos van Pandora opent.

Mijn Utopia is een samenleving waarin een werkelijke vrije communicatie tussen mensen mogelijk is, dat wil zeggen een communicatie die is gebaseerd op het empathische respect voor elkaar, voor elkaars emoties en voor elkaars woorden.