dinsdag 25 augustus 2015

los ingeslagen 267


5 december 2001

I’m just a soul who’s intentions are good… / Oh Lord, please don’t let me be misunderstood.

*

De geschiedenisloze dagen rijgen zich aaneen. Ik werk, zonder al te veel voldoening en voor weinig poen. Wanneer ’s avonds een makelaar ons een verzekering komt aansmeren, en het heeft over werken tot 60 en 65 jaar, denk ik: ach, kom… Je zou bijna denken: afsluiten die levensverzekering, en vroeg de pijp aan Maarten geven, zodat tenminste nog iemand er plezier aan beleeft…

*

Kwart over negen. Telefoon: F. Hij heeft een mogelijke opdracht voor me klaarliggen: een boek schrijven over restaurant Het Konijntje in Waregem! Om de een of andere reden doet dit me denken aan voormalig tv-journalist Reddy D.M., die, zo vernamen wij deze ochtend in het radionieuws (zonder dat er al te veel rekening werd gehouden met het recht op privacy van zowel dader als slachtoffer, maar dat went), in Oostende zijn vrouw heeft belaagd en vervolgens een poging zou hebben ondernomen om hun beider huis in brand te steken. De man heeft een nacht gebromd, en is daarna ontslagen van verdere detentie omdat hij zich bereid toonde om zich over te leveren aan de goede zorgen van een psychiatrische instelling. Het verhaal, kortom, van iemand – toevallig ook een journalist – die, na hoog te zijn geklommen, wellicht te hoog voor wie en wat hij ‘maar’ is, een diepe val heeft gemaakt en daar duidelijk nog altijd niet van is bekomen.

*

Twee vragen.
1. Zou zo’n verzekeringsmakelaar, als hij hier op heel korte tijd tot vrij diep in een huwelijksleven doordringt, met zijn intimiteit, dubbele bodems, understatements, gevoeligheden… – zou zo’n verzekeringsmakelaar zich de bedenking maken: hier is iets niet pluis, dit schip is aan het kapseizen, als het al niet aan het zinken is?
En 2. Wat zou P. denken als ze deze notities te lezen kreeg?

*

‘En deze man en deze vrouw, die een gerespecteerd paar vormen, twee mooie kinderen hebben, soms nog in hetzelfde bed hijgen, elkaar als het erop aankomt toegenegen zijn, en waarvan de een de ander zal zien sterven, gebruiken zo, in een beleefd stilzwijgen, of met korte dialogen die nauwelijks zo te noemen zijn, bijna twaalfduizend maal samen het ontbijt.’ (Marguerite Yourcenar, Archieven uit het Noorden, 154)

*

‘…een loos tumult, een drukte die nergens toe leidt, een nutteloze chaos waarvan men zich afvraagt waarom men die heeft moeten doormaken.’ (Marguerite Yourcenar, Archieven uit het Noorden, 165)

*

Dat boek over restaurant Het Konijntje in Waregem zal niet door mij worden geschreven.