Het is vandaag zaterdag. 18 augustus. Buiten schijnt
de zon, het is heel warm: wel dertig graden. En wat betekent dat derde bordje?
Niets. De leegte. De uitzichtloze tijd van het bejaardentehuis. Het is een
plotse overgang. Buiten de zomer, hier een kille herfst. Winter bijna. Het is
al donker. Zoonlief, zelf al bijna bejaard, roodgebroekt, komt op bezoek. Ik
druk met schroom af, dit is bijna te intiem – ik besef dat. Toch wil ik het tonen. Het is een realiteit die al te
zeer buiten de werkelijkheid wordt
gehouden. Ik hoop dat ik het nooit moet meemaken maar het is daar sneller dan
je denkt. ‘Zaterdag 18/8’: geen jaartal, de tijd staat stil, of is hooguit
louter cyclisch geworden. Straks breekt de winter aan. De dood is in het land.
Die zwarte sokken passen niet bij die rode broek. Maar wie maalt daar om? Het
is dertig graden en de zon schijnt. Onbarmhartig.