M. liet me weten dat ze, daartoe aangezet door een vermelding op mijn blog van Een register van Cornelis Verhoeven, op zoek ging naar dat boek. Op die manier kwam ze in ‘s Hertogenbosch terecht, waar een handelaar in tweedehandse boeken het allang niet meer in omloop zijnde en zelfs bijna vergeten boek in voorraad had. Bijna vergeten, dat was ik het inmiddels ook toen Kurt de Boodt, dichter en voormalig collega in wat toen nog het Paleis voor Schone Kunsten heette, er gewag van maakte op zijn Facebookpagina. Ik verwierf in 1995, toen Een register uitkwam, een recensie-exemplaar en las het boek, zo blijkt uit mijn boekhouding, in het voorjaar van 1996. Ik herinner me niet er ooit iets over te hebben geschreven. Maar ik vond het wel een goed boek. Daarom nam ik me voor, na dat bericht van Kurt, om het opnieuw ter hand te nemen. Sinds 1 januari van dit jaar lees ik elke dag een bladzijde. En aangezien het boek 365 lemmata bevat – het gaat om beschouwingen bij telkens een ander woord, als column verschenen in een krant – valt te voorzien dat ik deze oefening, als het mij vergund is, tegen het eind van het jaar zal hebben afgerond. En zo zie je wat één zinnetje – in dit geval van Kurt de Boodt – kan teweegbrengen: het doet mij 365 keer naar een boek grijpen, ik schrijf er dan iets over, en dat doet dan weer Mieke D. naar ‘s Hertogenbosch reizen. Ook zij neemt nu elke dag Verhoevens register ter hand. (En misschien brengt dit stukje bij nog iemand anders hetzelfde teweeg.)
240917