dinsdag 17 september 2024

Johan Grimonprez, Soundtrack to a coup d'état

notitie 455

NOTOIRE PIJPROKERS

Dat ons land – België dus – op geen al te fraaie manier afscheid nam van zijn kolonie, is al een tijd duidelijk. Toch heeft het bijzonder lang geduurd vooraleer de waarheid dienaangaande eenduidig en met de nodige kritische zin kon worden uitgesproken. De archieven bleven gesloten, voor zover belangrijk materiaal al niet vernietigd was, zoals historicus Ludo De Witte mocht ondervinden bij het schrijven van De moord op Lumumba. De conclusies van de parlementaire onderzoekscommissie waartoe dit boek aanleiding gaf waren vaag en vrijblijvend. De protagonisten van het complot – want dat was het – bleven buiten schot.

De naam Etienne Davignon valt niet in de film Soundtrack to a coup d'état. Dat had best gekund want hoewel Johan Grimonprez duidelijk voor een internationaal perspectief kiest, waarin vooral aandacht wordt besteed aan de Koude Oorlog, wordt ook de bedenkelijke rol belicht die wordt gespeeld door enkele Belgische spelers: het koningshuis, de haute finance achter de Union Minière, en enkele hooggeplaatste politici, met toenmalig premier Gaston Eyskens en Paul-Henri Spaak in een glansrol. Uiteraard moest Lumumba niet alleen verdwijnen omdat hij zogezegd een ‘communist’ was maar wellicht vooral omdat hij een einde wou stellen aan de systematische plundering van zijn land. Zo leverde België het uranium voor de atoombommen waarmee Hiroshima en Nagasaki van de kaart werden geveegd.

(Overigens wordt het retorisch geweld waarmee bepaalde politici die dat niet zijn als ‘communist’ worden weggezet ook in de huidige politieke praktijk toegepast. Met name ten aanzien van een zogenaamd ‘extreme’ politieke partij ter linkerzijde, maar dat geheel en al terzijde.)

Wie zich wil verdiepen in die zwarte bladzijden van de Belgische geschiedenis kan niet om het boek van De Witte heen. Het werd enkele jaar geleden in een nieuwe druk aangevuld met nieuwe inzichten.

En nu is er ook het meesterwerk van Johan Grimonprez.

Soundtrack to a coup d’état is een aanklacht waarin de maker het retorisch geweld uitdrukkelijk niet schuwt. Grimonprez laat in zijn sublieme compositie van beeld, muziek en citaten uit onverdachte bronnen niet alleen de esthetiek spreken van het historische beeldmateriaal en van de jazz, die in die tijd met Coltrane, Gillespie, Monk et tutti quanti hoge toppen scheerde. Zeer uitdrukkelijk schuift hij de montage naar voren als performatieve kracht. Wie na deze tweeënhalf uur durende onderdompeling onbewogen de cinemazaal verlaat, is een onverschillige, blinde kei.

Je kunt niet anders dan je de vraag stellen in welke mate je door Grimonprez bent gemanipuleerd – want uiteraard weten we hoe manipulatief montage kan zijn. Het kan niet anders dan Grimonprez’ bedoeling zijn geweest. Het antwoord op die vraag is natuurlijk positief: je bént gemanipuleerd. Dan volgt meteen de tweede vraag: mag dat dan zomaar? En dat is het punt waar, volgens mij, Grimonprez zijn publiek wil hebben omdat door zijn opzichtige beeld- en klankretoriek de vraag naar de waarheidsgetrouwheid van zijn verslag onvermijdelijk helemaal op de voorgrond komt. Met zijn ongegeneerd cinematografisch geweld legt Grimonprez al zijn kaarten op tafel – waarmee hij aangeeft rotsvast overtuigd te zijn van zijn versie van de feiten. Op die manier komt de waarheid onontkoombaar binnen. En die waarheid is, à la limite, dat er aan onze welvaart bloed kleeft.

Een voorbeeld van Grimonprez’ beeldretoriek. Een paar keer zien we een olifant. De olifant, zou je kunnen zeggen, staat symbool voor Afrika. Een onderwaterbeeld toont de poten van een zwemmende olifant. Wat later zien we die olifant ook zwemmen, maar dan vanop een oever. We zien een olifant die met een kraan in een soort van geïmproviseerd korset op een schip wordt getakeld. Ten slotte zien we hoe de riemen van dat korset het begeven en hoe het dier in het ruim valt. Wrede beelden zijn het. De beelden van de zwemmende en door het luchtruim zwevende olifant vormen een verhaal, dat uiteraard iets zegt over de manier waarop de kolonisator Afrika heeft behandeld.



Nog een voorbeeld: de pijp van Dulles. Allen Dulles was een hooggeplaatste CIA-pief die er niet voor terugschrok zijn handen flink vuil te maken maar die achteraf luchtigjes alle verantwoordelijkheid van zich af schoof. Dulles wordt geïnterviewd en neemt rustig de tijd om de brand in zijn pijp te steken. Grimonprez toont dit fragment meerdere keren – het is niet ondenkbaar dat dit een impliciete verwijzing is naar Etienne Davignon, ook een notoir pijproker. Het ziet ernaar uit dat de inmiddels 92-jarige graaf Davignon, die zeer dicht betrokken was bij de moord op Lumumba, eerder de pijp aan Maarten zal geven dan dat hij rekenschap zal moeten afleggen voor zijn daden als jonge diplomaat en later als machtig financier en politicus.

Enzovoort – de voorbeelden zijn legio. Mis deze masterclass in beeldcultuur en ‘mediawijsheid’ niet. Vergewis u van de kracht van beeld en klank, en van de zeer ongemakkelijke waarheid die u als westerling, als Belg meer bepaald, onder ogen moet zien. Want ja, l’histoire se répète: het mag dan al geen rubber of koper meer zijn dat we daar met duizenden tonnen uit de kolonie slepen, van coltan maakt u evenzeer dagelijks gebruik in uw smartphone of door de Vlaamse overheid stevig gesubsidieerde elektrische wagen.