wolkenfragmenten uit John Updike, Rabbit rent
4312
(…) het weer (onbewolkt en iets warmer) (…) (32)
4313
Als een wolk die over zijn gezichtsveld trekt glijdt Tothero naar het raam. (51)
4314
Gistermorgen was de hemel gestreept met dunne ochtendwolken en hij was doodmoe terwijl hij op weg was naar het middelpunt van het net waar zijn laatste kans op rust scheen te zijn. Nu heeft de middagzon van een nieuwe dag de wolken verdampt en de hemel is leeg en koud. (96)
4315
In de verte zien ze het twintig verdiepingen hoge gerechtsgebouw, de enige wolkenkrabber van de stad. (110)
4316
Nummer 61 is een bakstenen huis met een witte houtversiering, een kleine veranda die op een Griekse tempel moet lijken, en een leien dak dat glanst in het grauwe licht van de bewolkte hemel. (114)
4317
De auto glanst onder de dreigende regenwolken tropisch groen. (122)
4318
Zijn nog bewegende armen dwingen zijn hoofd omhoog en hij ziet zijn bal bleek als een maan in de lucht hangen tegen de prachtige blauwzwarte onweerswolken: het grijs, de kleur van zijn grootvader, is ver naar het oosten weggetrokken. (132)
4319
Het is een witheid die de zwarte takken aan de voortjagende wolken lijkt te ontlenen. (133)
4320
De platte geteerde daken van hun buren zijn verweerd tot gerimpelde velden die glinsteren van geheimzinnige steentjes, zilverpapier en glasscherven, rommel die uit de wolken gevallen moet zijn of door de vogels naar deze straat moet zijn gebracht. (214)
4321
In de zee van lucht drijft een groep schapenwolkjes als een school vissen. (291)
4322
De lage wolken zijn nu roze, maar ver daarboven hangen nog bleke zuivere cirrusslierten. (292)