Wie oog had voor zaken die zich naast het fantastische sportieve spektakel afspeelden – en dat was het, dat zal elke wielerliefhebber beamen – zal toch moeten erkennen dat dat niet min was. Ik noteer enkele zaken die mij zijn opgevallen.
Het WK in eigen land werd door de organisatie gezien als een promotie van Vlaanderen, niet van België. Dat vertaalde zich in de aanwezigheid van het woord ‘Flanders’ op elk rugnummer, in de nogal eigen-bodem-eerst-achtige slogan ‘Flanders. Where champions are born’, in het alomtegenwoordige gezwaai met Vlaamse Leeuwen – straks meer over dat laatste.
Moeten wij het evident vinden dat stads- of regiopromotie met sport wordt vermengd? Dat de politiek, in dit geval het Vlaams-nationalisme, de sport als kruiwagen hanteert om de eigen ideologie tot diep in de ziel van de Vlamingen te laten insijpelen? Neen, ik dacht het niet. Maar het gebeurt wel. De sport wordt gerecupereerd. Net zoals het kapitalisme de volkssport voetbal heeft kapotgemaakt, wordt nu het wielrennen van de gewone Belg – Vlaming of Waal of Brusselaar, maakt niet uit – afgepakt. Het geld was al druk doende met dit manoeuvre in de wielersport, nu komt de ideologie daar nog eens bij.
De VRT, inderdaad de Vlaamse Radio en Televisie die, sinds de N-VA en het Vlaams Blok daar in de raad van bestuur de plak zwaaien meer dan ooit Vlaams-nationalistisch is, werkt duchtig mee aan het verspreiden van dat beeld. Je merkt dat vooralsnog enkel aan details. Gisteren bijvoorbeeld deed zich het volgende voor: de verdiende winnaar Julian Alaphilippe werd tijdens de laatste ronde door Leuven niet alleen bejubeld door sportieve supporters maar ook door de vendelzwaaiende flaminganten langs de kant van de weg uitgejouwd. Er werd zelfs bier naar hem gegooid: dat kwam duidelijk in beeld. Zeer begrijpelijk dat de renner daar onmiddellijk na zijn overwinning iets over zei in het zogenaamde ‘flash-interview’, dat hij – uiteraard – in het Frans weggaf en dat dientengevolge, zoals het ook hoort, door Karl Vannieuwkerke moest worden vertaald. Waar het mij eerder al was opgevallen dat Vannieuwkerke deze klus uitermate accuraat uitvoert, wat niet evident is, viel het mij gisteren op dat hij Alaphilippes wrevel over het gedrag van de supporters wegfilterde. Wat later zat Alaphilippe in de studio, waar hij zijn grief herhaalde. Nu kon Vannieuwkerke niet anders dan vertalen, maar hij deed het op zijn manier: hij zei niet dat de supporters de renner uitjouwden, maar wel dat zij hem tot vertragen aanmaanden zodat de Vlamingen die in de achtergrond verzeild waren geraakt alsnog zouden kunnen terugkomen. ‘Hetgeen te begrijpen valt,’ voegde hij daar nog à titre personnel vergoelijkend aan toe. Nog een voorbeeld: op VRT NU, de website van de VRT, is opvallend vaak op de gebruikte wielerfoto’s op de achtergrond het geel en zwart van de leeuwenvlaggen te zien. In een gepolariseerd klimaat – ik kom op dat polariseren nog terug – zou men dat beter niet doen.
Die vlaggen dus. Ze zijn mij een doorn in het oog. En wel hierom. Zichtbaarheid is alles, dat weten de Vlaams-nationalisten ook. Een meerderheid van de Vlamingen heeft lak aan ideeën en wil helemaal geen splitsing van het land. Ze wil brood op de plank. En spelen natuurlijk. Daarom moeten ze, mét de hulp van de gecontroleerde media, bewerkt worden met visibiliteit. En daarom deel je als politieke partij, gefinancierd met royale dotaties, vlaggen uit. Of de ontvangers van die vlaggen ermee gaan zwaaien uit overtuiging of niet, dat doet er niet toe. Zwaaien doen ze in hun al dan niet benevelde enthousiasme toch. En ja, die knalgele leeuwen vallen onmiskenbaar op. De VRT zorgt er dan wel voor dat het beeld van een nationalistische regio wereldwijd wordt verspreid.
Op zich hoeft dat nog niet zo heel erg te zijn. Gebeurt hetzelfde immers niet in Bretagne, Catalonië, Baskenland? En wat met alle nationale vlaggen die evengoed te zien zijn?
Daarover enkele opmerkingen. Belgische vlaggen worden ook uitgedeeld. Maar dan vooral om de nationale voetbalploeg aan te moedigen, De Rode Duivels, Red Devils, Diables Rouges. Bovendien is dat uitdelen geen politieke maar een commerciële actie: niet een politieke partij maar de – Waalse – firma Jupiler houdt zich daarmee bezig. Ik vind dat ook niet tof en ik zou nooit zo’n reclamevlag uithangen, maar ik vind het toch minder kwalijk dan het uitdelen van Vlaamse Leeuwen die met hun zwarte klauwen en tongen – overigens en geheel niet geheel en al terzijde – collaboratievlaggen zijn, symbolen van een rechts tot extreemrechts gedachtegoed. Theo Francken, prominent lid van de zogenaamd niet-extreemrechtse partij N-VA, nodigt zijn aanhang uit om tijdens het WK met Vlaamse Leeuwen te zwaaien en hij doet dat, niet mis te verstaan, terwijl hij poseert voor een collaboratievlag. Een lapsus? Geenszins! Men permitteert het zich. Het klimaat is er stilaan klaar voor. Men wordt roekeloos. We gaan toch niet zeuren over dat soort details.
De ideologische lading van een specifieke vlag ignoreren is een vorm van symboolblindheid. Men ‘vergeet’ bewust het misprijzen, c.q. het respect dat bepaalde vlaggen en andere symbolen verdienen of niet verdienen. Dat leidt tot excessen, verwant aan het gedachteloos door hooligans tatoeëren van hakenkruisen op hun brede armen of het bekladden van joodse grafzerken met nazisymbolen. Iedereen voelt aan hoe pijnlijk en beschamend dergelijke aberraties zijn en het is dan ook raadzaam om het misbruik van een nationaal (of regionaal) symbool niet te minimaliseren.
En dan zie je overal langs het parcours gezwaai met vlaggen. Het lijkt op den duur een wedstrijd naast de wedstrijd: zoveel leeuwenvlaggen, zoveel driekleuren. En met veel van die vlaggen wordt allicht alleen maar gezwaaid om in die strijd de bovenhand te halen en om het aandeel van de anderen kleiner te doen lijken. Er ontstaat een polarisatie. Het gaat met dat vlaggenzwaaien niet meer alleen om supporteren voor renners die Vlaming of Belg zijn. Zo kan het ook gebeuren dat als Vlaams minister Ben Weyts, een Vlaams-nationalist, op het podium verschijnt om de medailles uit te reiken, hij zowel wordt toegejuicht als uitgejouwd. Idem voor de socialistische burgemeester van Leuven, maar dan met een omkering van de aanhangen in het publiek.
De polarisatie is er ook landelijk, kijk maar naar de commentaren op de wedstrijd de dag nadien, hoe die verschillen in de Vlaamse en de Waalse pers. Terwijl in Vlaanderen de klemtoon ligt op het volksfeest – ‘we zijn wereldkampioen supporteren’ – hakken de Waalse journalisten stevig in op de lamentabele tactiek van de Belgische wielerploeg. Die analyse zal de volgende dagen ook wel in de Vlaamse pers opduiken.
De leeuwenvlag. Met zwarte of rode klauwen en tong: het detail is niet futiel. Heb ik veel roodgeklauwde vlaggen gezien? Ik dacht het niet. Wie heeft zo’n vlag? Je krijgt ze niet voor niets, je moet er al een inspanning voor doen. Maar het is wel de officiële vlag van de Vlaamse Gemeenschap. Men heeft er bij het ontstaan van de Vlaamse Gemeenschap bij decreet voor gekozen om van dat oude symbool de regiovlag te maken. En dat had men natuurlijk beter niet gedaan. Het verschil met de historisch beladen collaboratievlag, die door het Vlaams Blok zeer vanzelfsprekend werd geaccapareerd, is te klein. Men had dat kunnen voorzien – tenzij het van meet af aan de bedoeling was om deze verwarring te creëren. Beter ware het geweest om, zoals elke moderne natiestaat, zich niet te wagen aan een nog grotendeels feodale strijdvaardigheid uitstralende heraldiek, maar om gewoon een geometrisch met de kleuren geel en zwart ingevuld kleurenvlak te kiezen, met horizontale of verticale strepen of vierkanten – het maakt niet uit. Mooi zou het ook niet geweest zijn, maar duidelijk in elk geval wel.