zondag 25 juli 2021

op naar de zestig 283

 


Mede door het prachtige levenslied van Matthysen Hugo – ‘Blankenberge Blankenberge, wonderschone stad / Ik wou dat ik in m'n achtertuin zo'n Blankenberge had’ – heeft de stad Blankenberge niet zo’n gunstige naam en faam. Dat tij hebben Hugo’s vriendin Nancy (‘Ze wou wel even met me op vakantie / Maar alleen als het naar Blankenberge was’) en de N-VA-burgemeesteres nog niet kunnen keren. Daarom houden ze alvast de naam van hun stad in de gaten, wellicht in de veronderstelling dat als het daar beter mee gaat de faam wel zal volgen aangezien beide in de staande uitdrukking aan elkaar zijn vastgeklonken.

210721