Helemaal uitgeschud na – van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat – een etmaal eenzaam thuiswerken verlaat ik na middernacht dan toch even het pand voor een kleine wandeling door het park. Het is meer een slaapwandeling. Half verdwaasd wandel ik het pad af tot ik bij de drie schots en scheef geplaatste banken kom. De stilte, de slapende huizen, de duisternis en – uiteindelijk – de vraag in mijn hoofd, waarom die banken daar op die manier scheef staan, totaal onbelangrijk maar malend in mijn vermoeide kop: ziedaar mijn toestand van totale vervreemding na een werkdag van zeggen en schrijven vijftien uur.
210707