Een jaarlijkse schilderbeurt in fris rozig-rood of wit en
zwart (voor de pensen) zou hun deugd hebben gedaan. Er prijkte in die etalages
ook steeds een schotel met ‘tête de veau en tortue’, een gerecht dat er erg
kleurrijk uitzag of diende te zijn: het knalrood van de tomatenpuree
contrasteerde met het vinnige witgeel van de eieren en het groen van de
augurken.
Eric de Kuyper, Het teruggevonden kind, 19