Les valseuses van Bertrand Blier. Neen, de titel heeft niets met walsende vrouwen te maken, zoek het maar eens op. Het is een cultfilm. Met Gerard Depardieu en Patrick Dewaere, allebei zo goed als debuterend. De ene is een bijzonder onsympathiek vet varken geworden, de ander is dood (1947-1982, suicide). Miou-Miou speelt de onschuld tussen die twee schurken. En Jeanne Moreau is ook van de partij, sortie de prison. Seksistisch tot en met, die film. Het zou vandaag niet meer kunnen. Dat is het vooral waarom ik gefascineerd bleef kijken: nieuwsgierig naar hoe de tijden veranderd zijn tussen 1974 en nu. Het is al bijna een halve eeuw, onvoorstelbaar toch! Depardieu oogt nog scherp en schoon. Hij speelt brutaal en frank. Dewaere is de volger van de twee. De olifantenpijpen en de spannende kruisen. Het okselhaar. De borstjes van Miou-Miou – de naam alleen al. Ze is ondertussen ook al zeventig. En met hoeveel auto’s rijden onze twee voyoux in deze film rond! Ford Taunus (une Américaine!), Rolls Royce, Citroën DS… *
© Alex Vanhee |
Een tentoonstelling met foto’s van Alex Vanhee van Brugse kunstenaars. Ze worden ‘Hedendaagse primitieven’ genoemd. Waarom is mij onduidelijk. Maar goed, het zijn mooie zwart-wit foto’s. Een van de mooiste is die van Jean Blaute. Ik wist niet dat hij iets met Brugge te maken had. Hij woont hier. Het onnadrukkelijke van de twee zwarte handen links in beeld. Ik dacht eerst, onbewust nog, een plant. Een vingerplant. Maar het zijn handen. Waarom de handen van een zwarte vrouw? Blues? Backing vocals? De roots van veel van de muziekjes waarin Blaute thuis is? * Iemand die in de tentoonstelling had kunnen figureren, is Pieter Aspe. Quod non en het zal ook nooit meer gebeuren in een mogelijk vervolg want Pieter Aspe is dood. Overleden op 1 mei. Hij had in aanmerking kunnen komen voor de tentoonstelling ‘Hedendaagse primitieven’ want hij was kunstenaar én woonde in Brugge, en wel hier bij mij om de hoek, in de Filips de Goedelaan. Vreemd is dat, toen ik daar gisteren nog wandelde, vroeg ik het mij af: ‘Tiens, lang geleden dat ik Aspe nog zag. Hoe zou het met hem zijn?’ Niet dus. Hopelijk hebben ze duvels in het vagevuur. *