wolkenfragmenten uit Koen Peeters, Kamer in Oostende
3386
Maar als ik naar de kust rijd,
waait de werkdag zo zalig weg. De radio zingt in mijn auto en ik bewonder de wolken.
Cumuli op een rij als een kindertrein. De wolkenschilder schikt
en herschikt, vult de avondhemel met een optocht van dolfijnen en schapen. Uit
de kieren van de hemel priemt de avondzon, de wolkenranden rozig
kleurend. (17)
3387
Als hij de juiste kleur van een wolk
niet vindt, raadt zij hem aan een ietsje zwart door het wit te mengen. (26)
3388
Als we buiten komen, breekt de zon
een moment door de wolken. (71)
3389
Ik heb rozige wolkjes
opgehangen, hier en daar. (131)
3390
De zon valt genadig vanachter de wolken
in schuine stralen. (152)
3391
De wolken stapelen zich op
in formaties om te paraderen boven de zee. (175)