vrijdag 5 november 2010

mijn woordenboek 286

ALTERNATIEF

Wat moet het heerlijk zijn om te kunnen leven in een wereld waarin je niet altijd moet kiezen. Een totalitaire staat, wat je er ook op kunt aanmerken, heeft in zijn menselijkste gedaante alvast dát voordeel. (De totalitaire staat waarin wij leven, heeft dat niet.) Vraag het aan de bewoners van de voormalige DDR. Heimwee naar de certitudes van het communisme vormt daar een reële politieke factor. En velen kunnen de vrijheid die hen al te plots heeft overvallen niet aan.

Voor onze kinderen is het in elk geval behoorlijk lastig. Om niet te zeggen onmogelijk. Het volstaat om eens goed te observeren hoe ongelukkig sommigen onder hen er bij lopen… Hoe zou je zelf zijn. Steeds te moeten kiezen. Tussen de Wii en de Playstation. Tussen Kwatta en Côte d’Or. Tussen de nieuwste modetrends die worden gepropageerd door de dellen en junks van MTV… Vandaar het succes van het Adidas-uniform…

Altijd is er een alternatief. Keuzemogelijkheden, meervoud. En dat betekent: denken. Denken is vermoeiend. Of beter gezegd, niet het denken is vermoeiend, maar wel het torsen van de verantwoordelijkheid. Soms weegt de last van de verantwoordelijkheid zwaarder dan het voordeel zelf te kunnen, te mogen, te moeten bepalen welke richting je uitgaat. Want kunnen, of mogen, of moeten kiezen betekent ook altijd dat je verkeerde keuzes kunt maken.

Een vrijheid is pas echt een vrijheid als je niet verplicht bent haar altijd op te nemen.

Soms is het beter geen alternatieven te hebben. Waarom? Daarom! De luxe van het een beroep kunnen doen op het oordeel van wie beter kan kiezen. De ouders, de leraren, de experts. Waarom moeten we altijd zélf beslissen? Waarom moeten wij altijd denken het zelf beter te weten? Waarom aanvaarden wij geen autoriteit? Omdat wij gevangen zitten in het idee van de totale, absolute, totalitaire vrijheid.

Het is voor mij een stelregel bij het doen van belangrijke aankopen. Ik lever mij graag uit aan het gezag van experts. Ik stap hun winkel binnen, zeg wat ik nodig heb, mét vermelding van mijn budget – en neem dan vaak het eerste wat zij mij vanuit hun expertise aanraden. Ik hoef de alternatieven niet te kennen.

Ik wil een alternatief voor al dat moeten kiezen. Zo bekeken wil ik gerust alternatief zijn.

Ik stem al heel mijn leven groen. Ik weet dat het de wereld geen stap vooruithelpt en dat het de ondergang geen seconde uitstelt, maar het is alvast goed voor mijn eigen gemoedsrust. Ik delegeer. Van de groene politiek verwacht ik de juiste beslissingen die ik niet zelf hoef te nemen: het leven is mij veel te ingewikkeld.

Niet dat ik me geen inspanningen getroost om mijn ecologische voetafdruk wat kleiner te maken dan mijn buurman die zich ongeremd aan zijn consumentenvrijheid uitlevert. Ik lever met het grootste plezier, en met veel gemak, een deel van mijn vrijheid in. Ook de zogenaamde vrijheid die mij als consument wordt voorgespiegeld.

Als dat niet alternatief is.