baraque lecture 32
De toevalligheden van het lezen. Twee keer stuit ik vandaag, in twee verschillende boeken, op een verwijzing naar Laughter in the Dark van Vladimir Nabokov, een boek dat ik nu toch dringend eens moet gaan lezen. Ik zal het toeval als vingerwijzing interpreteren. P.F. Thomése vermeldt de roman van Nabokov in Schaduwkind omdat er ‘iets met gestorven kinderen’ in voorkomt; Arnon Grunberg roept in De Mensheid zij geprezen herhaaldelijk het wedervaren van Nabokovs hoofdpersonage Albinus in om zijn ingewikkelde en bij de haren getrokken theses kracht bij te zetten.