De film Aanrijding in Moscou van Christophe Van Rompaey bevat enkele caféscènes. In een ervan krijgen de klanten de kans om zich karaokegewijs op het voorplan te hijsen. Twee personages doen dat: een figurante, laten we haar Jenny noemen, die het duidelijk gewoon is zich in dagelijkse, echte, leven koraokegewijs op het voorplan te hijsen, en het hoofdpersonage Johnny, van wie dat niet kan worden gezegd.
Hier doet zich een interessant fenomeen voor. Jenny – zeer Vlaams qua uiterlijk: ‘permanent’, bril, enigszins zwaarlijvig en ongeïnspireerd, zeer conventioneel gekleed – zingt écht en fungeert als decor in het café waarin Johnny iets later hetzelfde doet, maar dan níet echt en op de voorgrond. De beelden van Jenny zijn, doordat ze documentair zijn en uit het leven gegrepen, zeer overtuigend. De sequentie met de zingende Johnny is dat veel minder. Integendeel: deze scène, waarin Johnny met zijn publiekelijk gezongen liefdesverklaring probeert zijn geliefde Matty te overhalen om hem níet in de steek te laten, is een van de weinige zwakke momenten in deze voor het overige bijzonder sterke en vermakelijke ‘rolprent’ omdat hij, de scène, ‘bij het haar getrokken’ is – terwijl regisseur Van Rompaey zich voor het overige uitstekend weet te redden zonder karikaturen en overdrijvingen. In deze caféscène heeft hij het zichzelf, en zijn acteur, wel bijzonder moeilijk gemaakt: door eerst de écht zingende vrouw te tonen, legt hij de lat voor zijn acteur, Jurgen Delnaet, te hoog – en hoe goed Delnaet ook is, hier bleek het onmogelijk in de fictie de realiteit te overtreffen.