Deze plaat is niet geschikt om het biermerk in kwestie aan te prijzen, dat begrijpt u ook wel. Een opname als deze is in dat opzicht uit den boze. Een bierreclame hoort convivialiteit uit te stralen. Op de voorgrond, haarscherp, het flesje en het glas, perfect uitgeschonken, merklogo naar de toeschouwer gekeerd, mild schuimend bier; op de achtergrond, diepte-onscherp, een gezellig gezelschapje. Jonge, sportief geklede mensen, bij voorkeur twee koppels ergens midden in de dertig. En vergeet vooral ook het gezellig knisperende haardvuur niet.
Deze foto heeft geen bijzondere verdienste. En toch is zij mij dierbaar. Of ik zou beter zeggen: voor mij significant. Iets wordt hier vastgelegd. Het gaat om de inhoud.
Wat ziet u? Dat het donker is – en dus laat. Dat de stoel aan de overkant van de tafel leeg is. Zoals ook de tafel leeg is. Het is een tuintafel. Er valt zijdelings licht op dit minimalistische stilleven. Een binnenlicht dat uit een raam, ter rechterzijde van het beeld, naar buiten valt? Of het is misschien een buitenlicht, dat zou ook kunnen. (Ik wéét het want ik was daar, maar ik laat u raden.) Net als de tafel en de stoel lijkt ook de fles leeg – al is dat niet zichtbaar.
Kijk, de foto wordt, door mijn beschrijving, nog desolater dan zij uit zichzelf al was.
Het was mij, bij het maken ervan, om die desolaatheid te doen. Ik kan nu geen enkele andere reden bedenken waarom ik deze foto zou gemaakt hebben.
Maar levert dat een goede foto op? Deze foto is niet goed omdat haar inhoud wellicht niet krachtig genoeg geformuleerd is om ook bij een buitenstaander, een toeschouwer, aan te komen. U hebt mijn beschrijving nodig. Sommige foto’s zeggen alleen voor de maker iets. Ze zijn niet bestemd, en ook niet geschikt, voor publicatie. Ik zondig hier tegen dat principe, maar doe dat bewust want het stelt mij in de gelegenheid precies dát aan te kaarten: dat een foto misschien pas echt goed kan worden op het ogenblik dat zij van haar maker, en van het moment, los komt. Los kán komen. Op basis van eigen verdienste.