dinsdag 10 juni 2008

Dag 287 vVH&C

080603 en 080610 – Een verslaggeving van mijn tweedaagse fietstocht, samen met de wielervrienden van de zondagvoormiddag, zit er niet in. Twee keer honderd twintig kilometer, dat is twee keer meer dan zes uur op de fiets (de kaart wordt vaak geraadpleegd, er is er alweer eentje met een vlieg in zijn oog of een ketting die, na verkeerd schakelen, is afgevallen, enzovoort…): dat zijn veel te veel duur en afstand om observaties op te slaan en naderhand weer te geven. Naderhand, dan zijn er de douche en de aperitief en de maaltijd – dan is er geen tijd om te notuleren. En nu zijn we een dag of twee (negen) verder en is alles alweer verzonken in waar het thuishoort: het vergeten, glooiende, zachte en oersaaie land van Bovary, ten noordoosten van Rouen, waar op een gegeven ogenblik, in een welbepaald dalletje, dat van de Andelle, zowat alles staat te dringen om de grande dame van de negentiende-eeuwse Franse bellettrie te memoreren. Auberge Bovary, Route Bovary, Cidre Bovary. Bovendien, wat anders dan stevige rennerskonten heb ik, die gezien mijn amechtige conditie bijna voortdurend achterin het pelotonnetje peddelde, mogen aanschouwen – en wees eerlijk, wat valt daar voor de heteroseksueel die ik ben over te berichten?

Toch zie ik, en overzie ik nu in een algemene terugblik, een mild en zacht land, licht glooiend, agrarisch, plukjes bos in eindeloze graanvelden, monumentale elektriciteitspilonen, ruw geasfalteerde binnenbaantjes (wit en geel op de Michelin), roekeloos voorbijstekende of kruisende chauffeurs, een doopfeest bij een kerk (die voor die gelegenheid nog eens opengaat), rommelmarkten à volonté op zondagnamiddag, een rijdende kruidenierswinkel, aftandse winkelpuien (niet meer de moeite om af te breken), een verlopen institutrice die zich in een café vastklampte aan de geringste aanleiding tot conversatie, vijf dames (in datzelfde café) met wit hemd en rode strik (ze horen op de een of andere manier bij elkaar), Jan-die-eens-niet-valt, een gebedsmolen van toponiemen: twee keer een Fleury (village fleuri), Côte des Deux Amants, Lyons-la-Forêt, Orival-Offignies-Bettembos-Eplessier-Poix, Choqueuse-les-Bénards, Songeons – en dat we dan puur uit bijgeloof Crèvecoeur vermijden (er zijn hartlijders in het gezelschap), om uiteindelijk in het bijna-nutteloos station van Grandvilliers te vernemen dat de volgende trein naar Aumalle pas vier uur later vertrekt!