080617 –
Overschrijven (96)
Een zee van gezoem
De stenen die we uit alle macht zo ver we maar konden
van ons af gegooid hebben worden week en zacht
daarna zelfs vloeibaar en nemen nieuwe gedaanten aan
die uit ligstand naar ons toe beginnen te kruipen
op wankele pootjes tot kniehoogte overeind komen
een brabbeltaal uitslaan en veeleisend gaan staan
om dan krachtig en soepel in alle richtingen te rennen
met gefluister geroep en geschreeuw van kleurrijke
op het eerste gehoor totaal onsamenhangende woorden
die we tot onze eigen verbazing vrijwel onmiddellijk
moeiteloos kunnen verstaan en beantwoorden.
Voordat we het goed en wel in de gaten hebben
staan we alweer enorme hoeveelheden eten en drinken
in talrijke openingen te schuiven en gieten
wassen te draaien tassen te pakken bakjes te vullen
met borrelnootjes kaaskoekjes ranzige partyhapjes
van schaaltjes te schrapen bewonderend ach en o
te roepen in andermans huizen sporthemden te strijken
ons 's ochtends te hijsen in pakken en pakjes 's avonds
uit te sjorren aandelen te nemen in de zee van gezoem.
Zonder zichtbare naden zal de wereld zich sluiten
in een onomkeerbare godvergeten onstuitbare vaart.
Wiljan van den Akker (1954), uit: De afstand (2008)
Met dank aan Laurens Jz. Coster