Een zoveelste chapiter in het hoofddoekendebat. In school A mag het, in school B niet, en in school C soms wel en soms niet. Een kat vindt er haar jongen niet in terug. Er is die islamitische kersverse vader, die het midden in de nacht (er was geen alternatief voorhanden) vertikt om de anesthesist van dienst te laten helpen bij de keizersnede die op zijn bevallende vrouw wordt toegepast. Omdat die anesthesist een man is, en dat mag dus niet van de islam. Of die vrouw, en haar kind, in levensgevaar komen, lijkt een zaak van geringer gewicht. En dan zijn er die jonge Turkse amokmakers in Brussel. Zij demonstreren zogezegd uit sympathie met het Turkse voornemen om manu militari komaf te maken met de PKK, maar in werkelijkheid zijn het wellicht ordinaire relschoppers die een vrijgeleide hebben gevonden om eens lekker wat ruiten in te gooien en auto’s in de fik te steken. Ik vermoed dat hier niet veel politiek besef, laat staan engagement, in het spel is.
Integratie. Wat is dat eigenlijk? Een van de vaak gehoorde bedenkingen is dat wij de allochtoonse gemeenschap nauwelijks iets aan te bieden hebben. Dat onze waarden niet echt het navolgen waard zijn. Daar is iets van aan. In vergelijking met de soms ‘achterlijke’ islamwetten zijn de westerse hebzucht, contactarmoede en onachtzaamheid ten aanzien van de natuurlijke rijkdommen niet veel meer dan een vorm van barbarij, laat ons wel wezen. Maar dat belet niet dat wij, autochtonen, toch minstens bij de inwijkelingen (van de eerste, tweede, derde… generatie) een bereidheid mogen vragen om zich niet hautain op een eigen eiland terug te trekken. Overigens valt het mij toch ook op dat die jonge allochtonen, die zich beroepen op de islam en hun vrouwen achter sluiers verstoppen, maar wat graag met mooie kleren, merkhorloges en dure auto’s pronken. Gebiedt de Koran dat ook?