071013 en 071023 –
Een huis met vele kamers
Geert Bouckaert & Peter Vermeersch (samenst.); Malou Swinnen (foto’s), Het huis is groter aan de binnenkant, Uitgeverij P, Leuven, 2007
Het huis in de titel van de bloemlezing dekt meerdere ladingen. Het gaat allereerst om het huis van de poëzie, dat vele en diverse kamers heeft: hoge met kroonlijsten, halfvergeten, donkere, stoffige, geheime, mooie en luchtige. Deze bundel is dus: divers. De titel verwijst ook naar de gastgezinnen waarop Oikonde Leuven steunt. Oikonde is een pleegzorgdienst voor volwassenen met een handicap, en de bundel is een poging om fondsen te werven en vrijwilligers te mobiliseren. Dat alleen al is uiteraard een afdoende reden om met plezier die 25 euro neer te tellen. (Maar er zijn zeker nog andere afdoende redenen.) Het huis in de titel verwijst ten slotte ook naar het Oikondehuis in Leuven zelf, waar 57 al dan niet bij een ruimer publiek bekende poëzielezers een door hen gekozen gedicht kwamen voorlezen. Zij werden al doende gefotografeerd door Malou Swinnen, en hun stem werd geregistreerd. Dit boek is op die manier meer geworden dan een verzameling ‘lievelingsgedichten’. Het bevat ook de foto’s van Swinnen, en de bijgevoegde cd verzamelt dertig registraties van de voorlezingen. Wij horen geschoolde stemmen van acteurs en journalisten/dichters – Geert van Istendael, Bart Stouten, Betty Mellaerts, Chris Lomme – maar alleen al voor de bloedstollende voordracht door Wannes van de Velde van Richard Minnes ‘Gebed voor de galg’ is deze cd al meer dan de moeite waard.
Op de foto’s van Swinnen poseren alle lezers… lezend. Dat wil zeggen dat ze neerwaarts kijken, hun oogleden zijn geloken. Deze mensen zijn in uiterste concentratie in zichzelf gekeerd – en dat maakt hen kwetsbaar omdat zij lijken te slapen. Het bezorgt hen een droevige uitdrukking: in enkele portretten bespeuren wij de dood, die altijd in het leven is. Maar altijd ogen deze portretten menselijk en ze zijn, daardoor, immer verheffend. De zestien op het achterplat afgedrukte kleinere kleurenfoto’s ontladen deze spanning: wij zien enkele van de voorlezers, nu mét hun boek – en sommige van hen kijken heel ontwapenend en levendig recht in Malou’s haarscherp registrerende camera.
De selectie werd volledig overgelaten aan de voorkeur van de deelnemers en brengt schitterende, soms verrassende gedichten van meestal bekende Nederlandstalige en buitenlandse dichters.
Dat is dus allemaal samen wel reden genoeg, nietwaar, om via klank, beeld en tekst van de gedichten te genieten? Of om het Oikondehuis te steunen.
Het openingsgedicht is, toepasselijk, ‘Huis’ van Mark Boog:
Huis
Zo klein en broos dit glazen huis
dat maar naar buiten gaan
het kan doen inklappen. Tussen de scherven
verdwaasd dwalend wat een leven was.
Of het gebeurt niet, en de neiging neemt de plaats in
van de gebeurtenis. Veel beter
zou dat zijn, en het mooie is: zo is het.
Ik hou het voorgaande stil, voorlopig,
broedend als ik ben, maar zal verrijzen
uit dit of de puinhopen met in de handen glanzend
een plan.
Geert Polfliet leest Mark Boog (foto: Malou Swinnen)