dinsdag 10 juli 2007

Mijn woordenboek (159)

AERODYNAMISCH

Ooit, toen je in het woord nog een trema op de e moest plaatsen en de wereld nog trager was, had ik een zwak voor alles wat zich in het verkeer aerodynamisch voordeed: de Concorde, de DS, de TGV, de Calimerohelm. Al wat zich snel voortbewoog fascineerde mij, en in een bepaalde fase van de technologische ontwikkeling was de luchtweerstandcoëfficiënt nog in die mate onveeleisend dat er in die niche nog plaats was voor esthetiek.

Nu, na het verdwijnen van het trema (alsof dat te veel wind ving), denk ik daar enigszins anders over. Aerodynamische vormgeving is een grote gelijkmaker – op de duur zien alle auto’s en treinen er gelijk uit – en als zodanig een metafoor voor rationaliteit. Voor anekdotiek – een over de schouders gevouwen reserveband, een uitflappende richtingaanwijzer, een rondwiekende schroef – is er geen plaats meer. En met de anekdotiek verdwijnt ook de heroïek en de onvoorspelbaarheid. Aërodynamica hield de belofte in van avontuur, speelde in op futurocentrische jongensdromen. Aerodynamica is de zielloze bedoening waaraan de Saab zijn weergaloze lijn heeft opgeofferd, een willekeurige Mazda op een Mercedes gelijkt en frivoliteiten als de 2PK of de Kever of zelfs de aërodynamische DS niet langer mogelijk zijn.