woensdag 5 april 2006
35 * ? * 35
Na een lange en kille winter vind ik eindelijk wat tijd en goesting en het waait niet te veel en het is niet te koud of te nat enzovoort – zodat ik me de fiets op hijs. Dat ik de indruk heb dat het ding het na meer dan een halfjaar stilstand nog aardig doet, is ongetwijfeld te danken aan het feit dat ik m’n fietsverplaatsingen in die periode op een gammele damesfiets heb verricht: vanuit dat perspectief gezien bolt álles goed. Alleen de ‘kilometriek’ doet het niet, zodat ik u mijn gemiddelde snelheden voorlopig schuldig moet blijven – maar dat is sowieso niet iets om mee uit te pakken in mijn huidige conditie. Er staat een behoorlijk frisse noordenwind, ik rijd het kanaal naar Oostende op en af. Er zijn dit jaar alweer meer aalscholvers dan het vorige jaar, een blauwe reiger vliegt een eindje met me mee op. Net voorbij het keerpunt in Zandvoorde begint mijn voorste band te lossen. Pas in Stalhille is de fut er helemaal uit, een jongeman die zijn auto staat te wassen geeft me wat lucht – heel vriendelijk maar tevergeefs. Ik rijd de laatste twaalf kilometer ‘op de zante’, zoals ze dat hier zeggen – mijn voorste buitenband is toch aan vervanging toe, dus kan het geen kwaad. (Naar aloude gewoonte heb ik nooit reservemateriaal bij…) Door het noodgedwongen gezapige tempo ben ik nog in staat een wulp te zien en een koppel tafeleenden: de kop van het mannetje vlamt ros op in de avondzon.