vrijdag 26 januari 2018

de winter van 2018 – 19


25 januari 2018

108 – Er is iets met die communicaties van de N-VA wat mij in hoge mate verontrust. Nog los gezien van het inhoudelijke, dat op zich natuurlijk veel te vaak buitengewoon discutabel is – ik denk aan de vastgoedvetpotten in Antwerpen, de kwestie met de Soedanese gestapo die werd ingeschakeld om hier het Maximiliaanpark te helpen #opkuisen, de manier waarop ambtenaren of hele diensten die zich niet zonder slag of stoot naar het protofascistoïde discours van een welbepaalde Vlaamsnationale elite wenst te schikken worden kaltgestellt, enzoverder enzovoort: de voorbeelden zijn legio. Ik heb het over de vorm, de toon, de stijl.

Een paar dagen geleden was er de bijna laconieke melding dat er op de avond zelf dat twee- of – naargelang van de bron – drieduizend burgers na een politielek hadden gemanifesteerd tegen het harteloze anti-immigratiebeleid van de N-VA’ers en de met deze partij collaborerende liberalen en tsjeven, dat er op diezelfde avond dus zeventien ‘illegalen’ waren opgepakt op treinen van en naar de hoofdstad. De politie had gewoon haar actieterrein verlegd, zodat Jambon met dat resultaat kon uitpakken. De achterliggende toon was bewust pesterig: ‘Betoog maar, wij doen ondertussen toch onze zin.’

Gisteren was er het opiniestuk van de burgemeester. In De Morgen nota bene, dat het blijkbaar niet aandurft om de burgemeester aan een kritisch interview te onderwerpen. Neen, de burgemeester eist een bladzijde in de krant en krijgt die ook, in naam van de zo begeerde clicks. (Net zoals hij koudweg ’s avond niet ingaat op een uitnodiging om in Terzake met sp.a-voorzitter Crombez in debat te gaan. Waarom Crombez dan ook niet kwam, is mij niet duidelijk. In de plaats kregen we twee proffen die het discours van de burgemeester kwamen versterken.) In het opiniestuk lanceerde de burgemeester een compleet van de pot gerukt ‘dilemma’: ofwel open grenzen, ofwel sociale zekerheid. Het valse dilemma is al voldoende ontmaskerd, onder meer door Jan Blommaert, die dat op een heel eenvoudige en heldere wijze doet.

Maar ik heb hier oog voor de toon, en die is verwant aan wat ik hierboven over de arrestatie van zeventien ‘illegalen’ tijdens de burgeractie zei: laconiek, pesterig – ja, ik vind zelfs dat de kwalificatie brutaal van toepassing is.

Wat is brutaal? Van Dale zegt: respectloos, ‘meer dan vrijmoedig’, ‘grof, ruw in het uitvoeren van iets slechts’, ‘onmeedogend’. Vooral dat ‘iets slechts’ interesseert me hier. Waar ik stilaan van overtuigd begin te geraken, is dat de burgemeester en zijn acolieten, met aan het hoofd de kale staatssecretaris, heel goed weten dat wat ze vertellen geen steek houdt. Ils disent tout et n’importe quoi. Maar ze zeggen het tóch – ‘nah!’ – omdat ze de polarisatie nodig hebben om de sfeer nog verder te verzieken, en omdat ze heel goed weten dat de volgelingen het als het woord Gods zullen slikken, de tegenstanders zich zullen verliezen in onmondige ergernis, en zij zelf weer voor een paar dagen de o zo volgzame clickmedia zullen beheersen. Deze brutaliteit is kwaadaardige arrogantie, maar zou – en dat is zowat de enige hoop die ons, gutmenschen, rest – in roekeloosheid kunnen omslaan. Want geeft, met betrekking tot het kaartspel, Van Dale niet ook een voorbeeld: ‘hij is brutaal, hij begint het spel zonder van de gelegenheid gebruik te maken een gedeelte van zijn kaarten door andere te vervangen’? Van Dales kaartspeler is met andere woorden zo zegezeker dat hij een gelegenheid om zijn kansen gaver te maken dan ze al zijn niet benut. ‘Hij’ neemt met andere woorden een risico, en dat zou ‘hem’ mogelijk kunnen bezuren.